“We zijn momenteel te weinig trendsetter op het vlak van duurzaamheid en ecologie”
Hoe groen is Broeders van Liefde?
We zagen het afgelopen zomer allemaal op het nieuws: de verwoestende overstromingen in Wallonië die catastrofale gevolgen hadden voor lager gelegen gebieden en vele mensen ontheemden. Wetenschappers zagen onmiddellijk het grotere plaatje. Dit was nog maar eens een direct gevolg van de klimaatopwarming, die meer en meer intense, traag bewegende regenstormen zal veroorzaken. Hoe gaat onze organisatie om met deze groeiende realiteit? Welke initiatieven zijn er al en wat kan beter? Wij vroegen het aan voorzitter Raf De Rycke.
- Raf is voorzitter van de organisatie Broeders van Liefde en van vzw Asster.
- Zijn ecologisch bewustzijn ontstond in zijn kindertijd, toen hij in het kanaal Gent-Terneuzen een schip zag dat dagelijks afvalwater van een bedrijf uit de Gentse Kanaalzone loosde in de Westerschelde.
Hoe scoort Broeders van Liefde op het vlak van duurzaamheid?
Raf: “Het duurzaamheidsbeleid is een relatief jonge tak van de beleidsboom van onze organisatie. De laatste jaren is er een groeiend bewustzijn over de ernst van de klimaatproblematiek. We krijgen meer en meer te maken met zware stormen, langdurige periodes van regen en droogte en de daarmee gepaard gaande overstromingen en bosbranden … Daarnaast putten we onze natuurlijke hulpbronnen uit. Er verschijnen alarmerende rapporten over de opwarming van de aarde en hoe we deze nog kunnen beperken. We zijn als organisatie met een groot en gediversifieerd gebouwenpark en aantal werknemers dan ook verplicht om onze verantwoordelijkheid op te nemen. Er bestaan al veel lovenswaardige initiatieven binnen onze scholen en voorzieningen. Daarnaast zijn er de toenemende wettelijke en reglementaire verplichtingen wat betreft isolatie, ventilatie en dergelijke bij nieuwbouw of verbouwingen. Het nakomen van deze duurzaamheidseisen is vaak een voorwaarde voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Toch is mijn conclusie dat we momenteel te weinig trendsetter zijn op het vlak van duurzaamheid en ecologie.”
Kan je enkele voorbeelden geven van ‘good practices’ die momenteel gerealiseerd zijn?
Raf: “De meeste voorzieningen hebben een energiescan laten uitvoeren via het Vlaams Energiebedrijf (VEB). Een aantal scholen deden dit via een ander bedrijf. Via een auditrapport geeft men aan op welke manieren ze energie kunnen besparen. Een dergelijke scan vormt dus een goede basis voor een lokaal duurzaamheidsbeleid. Bovendien is het een voorwaarde om bepaalde subsidies te bekomen. Er bestaan daarnaast veel losse initiatieven die bijdragen aan een duurzamere toekomst. OC Sint-Idesbald in Roeselare is aangesloten op het warmtenet van een afvalverwerkend bedrijf, dat is een succes. PC Sint-Jan-Baptist in Zelzate onderzoekt de mogelijkheid om in te stappen op het warmtenet van staalfabriek Arcelor-Mittal. In veel scholen zijn de oude TL-lampen vervangen door LED-verlichting en werden er zonnepanelen op de daken geplaatst. De sector sociale economie blijft echter de koploper op het vlak van duurzaamheid, denk maar aan lokaal geteelde voeding in De Winning of recent de gerecycleerde, circulaire schooltassen van Hoos door Weerwerk.
Welke initiatieven worden nog onderzocht?
Raf: “In OC Sint-Ferdinand in Lummen is er de intentie om te investeren in een windmolen op het terrein. De Winning is trekker van het onderzoek. In Wachtebeke zal er een nieuwbouw voorzien worden om het kinderdagverblijf in onder te brengen en hoopt men gebruik te kunnen maken van enkele nieuwe technieken om het gebouw duurzamer te maken. Er is trouwens afgesproken om het aspect duurzaamheid te integreren in de bestekken van de centrale aankopen. Dat kan onder de vorm van een eis zijn of een bijkomend gunningscriterium. Dat wil zeggen dat duurzaamheid een doorslaggevend criterium kan worden bij het toekennen van een opdracht aan een bepaald bedrijf.”
In OC Cirkant legden zo'n 50 collega's op iets minder dan 6 maand samen maar liefst 27294,8 km duurzame kilometers af met de fiets.
Waar kan de organisatie nog meer op inzetten?
Raf: “Het is de verwachting dat meer en meer scholen zullen overgaan tot het ontharden van speelplaatsen zodat het water beter in de grond kan doordringen en er meer plaats komt voor groen. Het gebeurde reeds in het Basisonderwijs Sint-Laurens in Wachtebeke. Er gebeuren ook al veel inspanningen binnen het personeelsbeleid om de mobiliteit op een milieuvriendelijke manier te laten verlopen. Zo worden dienstverplaatsingen en verplaatsingen naar en van het werk met de fiets aangemoedigd via een fietsvergoeding. Er zou echter nog meer aandacht mogen gaan naar de toegankelijkheid van scholen en voorzieningen met het openbaar vervoer en/of met de fi ets. Momenteel maakt men bedrijfsvervoersplannen op om een beter zicht te krijgen op de mobiliteit van de medewerkers en de cliënten. Duurzaam ruimtegebruik zal in de nabije toekomst een grote rol spelen. De toegankelijkheid via het openbaar vervoer zal aan belang winnen. Tot slot denk ik nog aan het aanbieden van meer vegetarische alternatieven in de menu’s voor het personeel, leerlingen en cliënten. We moeten met z’n allen minder vlees en vis consumeren. Dat alles via een goede samenwerking met de leveranciers van de voedingsproducten.”
Wat is de visie van Broeders van Liefde op de toekomst?
Raf: “We schakelen stilaan over naar een hogere versnelling in het duurzaamheidsbeleid. Het is een domein waar we meer op moeten inzetten en dat we op een geïntegreerde manier uitwerken in de verschillende beleidsplannen, zoals het infrastructuur-, personeels-, aankoop- en voedingsbeleid. Dat vereist een visietekst gekoppeld aan voldoende monitoring en meting van de voortgang via bepaalde parameters. Er zullen concrete doelstellingen gehaald moeten worden, zoals in een begroting. Laten we met Broeders van Liefde een bijdrage leveren aan de circulaire economie. We dienen de lineaire waardeketen van productie, dienstverlening, consumptie om te buigen tot een cirkel. Efficiëntie kunnen we zien als een energiebron, door de schaarse middelen op een nog effectievere manier te benutten.”
"Verbindend werken is één van de hoekstenen van onze missie en dat dient niet alleen tussen mensen te gebeuren, maar ook tussen mens en natuur.”
Welke valkuilen zijn er onderweg?
Raf: “De moeilijke afweging tussen: ‘Wat moeten we?’, ‘Wat willen we?’ en ‘Wat kunnen we?’. We willen meer duurzaamheid door 4 elementen op een harmonieuze wijze te combineren: people, planet, profit en prosperity (welvaart en welzijn), de basiselementen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Wat we moeten doen, wordt bepaald door wettelijke en reglementaire bepalingen. Wat we kunnen doen, heeft te maken met de financiële en technische haalbaarheid. We willen bijvoorbeeld inzetten op meer elektrische wagens als bedrijfswagen, maar deze zijn momenteel nog heel duur. De verwachting is wel dat hernieuwbare energiebronnen competitiever zullen worden in de nabije toekomst. Er lopen momenteel veel experimenten, zoals biobrandstof op basis van algen … Er is ruimte om meer in te zetten op de combinatie ‘Wat willen we?’ en ‘Wat kunnen we?’. De nieuwe K-dienst van PC Dr. Guislain zal bijvoorbeeld verwarmd worden met een warmtepomp, een serieuze investering, maar op lange termijn kunnen we die recupereren. Dat is belangrijk om in het achterhoofd te houden. Het bewustzijn is er, duurzaamheid en ecologie leven sterk aan de basis. De ‘sense of urgency’ staat niet langer ter discussie. Verbindend werken is één van de hoekstenen van onze missie en dat dient niet alleen tussen mensen te gebeuren, maar ook tussen mens en natuur.”