Onze expert: Bert Plessers
In de geestelijke gezondheidszorg speelt zorggroep Myna een sleutelrol in het bieden van kwalitatieve en mensgerichte zorg aan mensen met een ernstige psychische kwetsbaarheid. Bert Plessers, Algemeen Directeur Interne Zaken, is al bijna tien jaar een drijvende kracht binnen de organisatie. In dit interview deelt hij zijn visie op de evoluties binnen de sector, de uitdagingen waarmee hij geconfronteerd wordt en zijn persoonlijke motivatie om zich elke dag in te zetten voor de meest kwetsbare mensen in onze samenleving. Van de vermaatschappelijking van zorg tot de impact van personeelstekorten, hij belicht zowel de hoopgevende ontwikkelingen als de struikelblokken die nog overwonnen moeten worden. Een inspirerend gesprek met een gedreven professional die, ondanks de complexiteit van zijn job, vastberaden blijft om het onmogelijke mogelijk te maken – steeds met een glimlach en een noodplan bij de hand.
1. Wat is de essentie van jouw job?
De essentie van mijn job is om, vanuit een maatschappelijke en mensgerichte visie op geestelijke gezondheidszorg, mee de koers te bepalen van Zorggroep Myna. Dit geldt zowel voor het psychiatrische ziekenhuis als voor het psychiatrisch verzorgingstehuis. Samen met mijn collega, de Algemeen Directeur Externe Zaken, stuur ik het directie- en managementteam aan om tot een doordachte en adequate besluitvorming te komen. Het is een evenwichtsoefening tussen prioriteiten stellen, structuur bewaken en flexibel omgaan met uitdagingen. Het uiteindelijke doel? Het onmogelijke mogelijk maken, met een glimlach en een noodplan bij de hand.
2. Wat is jouw persoonlijke motivatie waarom je koos voor deze job?
Eigenlijk heb ik niet bewust voor deze job gekozen, ik ben er als het ware ingerold. Mijn passie voor geestelijke gezondheidszorg is mij thuis met de paplepel ingegeven. Mijn vader was sociaal werker en medegrondlegger van beschut wonen. Bij ons thuis was het niet ongewoon dat bewoners van een beschutte woning bij ons aan de ontbijttafel zaten. Daardoor heb ik geestelijke gezondheidszorg altijd zonder stigma ervaren. Mijn motivatie is eenvoudig: ik wil een verschil maken, vooral voor de meest kwetsbare mensen in onze samenleving. Zo ben ik in deze functie terechtgekomen, zonder dat ik ze ooit heb geambieerd.
3. Wat is de grootste verandering/evolutie de voorbije vijf jaar in jouw vakgebied?
De geestelijke gezondheidszorg heeft de afgelopen jaren een ware transformatie ondergaan. Denk aan de vermaatschappelijking van zorg, uitgebreidere patiëntenrechten en meer participatie van patiënten en hun familie. Een van de meest ingrijpende veranderingen is de uitbouw van High Intensive Care-units in psychiatrische ziekenhuizen. Dit biedt de mogelijkheid om één-op-één-begeleiding te geven als alternatief voor afzondering, in een aangepaste infrastructuur. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor kinder- en jongerenpsychiatrie, wat cruciaal is aangezien 50% van de psychische problemen begint voor de leeftijd van veertien jaar. Ook de terugbetaling van eerstelijnspsychologische zorg is een belangrijke stap in de verdere professionalisering van onze sector.
4. Welke trends zie je op ons afkomen waar je angst of juist goesting van krijgt?
Ik ben niet snel bang, maar er zijn enkele complexe uitdagingen. De hervorming van de urgentiepsychiatrie is zo’n evolutie. Dit moet in samenwerking gebeuren met huisartsen, spoedafdelingen en politiediensten, wat een enorme coördinatie vereist. Daarnaast baart de vergrijzing mij zorgen: kunnen we als samenleving voldoende zorg blijven bieden aan kwetsbare ouderen? Hier moeten we dringend over nadenken en actie ondernemen.
5. Waar lig je professioneel wakker van?
Onrecht. Vooral het stigma waarmee mensen met ernstige psychiatrische problemen te maken krijgen. Of het nu op een spoeddienst, in een woonzorgcentrum of in hun eigen sociale kring is, de vooroordelen zijn hardnekkig. Daarnaast raken de verhalen van eenzame, kwetsbare patiënten mij diep. Ook agressie binnen het ziekenhuis is een uitdaging. We hebben een agressiebeleid, maar er is nog veel werk aan de winkel om zowel patiënten als medewerkers te beschermen.
6. Welke innovatie hoop je dat er ooit zal komen binnen jouw vakgebied?
Ik hoop dat geestelijke gezondheidszorg ooit evenveel aandacht en middelen krijgt als somatische zorg. Er moet meer geïnvesteerd worden in onderzoek en innovatieve behandelingen. Campagnes zoals ‘Te Gek!?’ zijn een stap in de goede richting, maar ik hoop dat geestelijke gezondheid ooit net zo veel aandacht krijgt als bijvoorbeeld kankerzorg. Momenteel gaat 93 tot 94% van het gezondheidsbudget naar lichamelijke zorg, terwijl onze sector het met de rest moet doen. Dit moet veranderen.
7. Wat hoop je dat er niet verloren zal gaan in jouw job?
De ziel van de zorg. Passie voor mensen met een psychische kwetsbaarheid en het idealisme als drijfveer mogen nooit verdwijnen. Ondanks beleidsdruk, efficiëntie-eisen en financiële beperkingen moet warme, nabije, mensgerichte zorg centraal blijven staan. Ook de betrokkenheid van medewerkers is hierin cruciaal. Zij moeten zich gewaardeerd voelen en ruimte krijgen om hun werk met passie en deskundigheid uit te voeren.
8. Welk recent nieuwsbericht baart je professioneel zorgen?
De personeelstekorten in de zorgsector. De werkdruk voor hulpverleners is enorm en burn-outcijfers stijgen. Bureaucratische rompslomp zorgt voor frustratie en we kampen met wachtlijsten. Anderstalige medewerkers inzetten in een psychiatrische setting zie ik niet als haalbaar, omdat dialoog hier cruciaal is. Maar wat is het alternatief? Moeten we binnenkort afdelingen sluiten door personeelstekorten? Hoe maken we die keuzes? Dit baart me zorgen. En toch, ondanks alles, blijf ik mijn glimlach behouden – al is het soms zonder een duidelijk noodplan in de hand.
Redactie en fotografie: Sander Buyck
- Algemeen directeur interne zaken
- vzw zorggroep Myna (fusie-vzw Asster en MC St.-Jozef)
- Werkt met mensen met een ernstige psychische kwetsbaarheid
- Bijna 10 jaar aan het werk bij Broeders van Liefde