Zoeken

Wat is de ziekte van Alzheimer?

Dementie is een verzamelnaam voor vele verschillende hersenaandoeningen. In zijn algemeenheid kun je zeggen dat bij alle hersenaandoeningen de verbindingen in en tussen de verschillende hersengebieden steeds minder goed verlopen. Hierdoor werken de hersenen niet meer goed. Dat is te herkennen aan de achteruitgang van het geheugen, van het denkvermogen en het beoordelingsvermogen. De bekendste en ook de meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer. Ongeveer driekwart van alle mensen met dementie heeft Alzheimer.

Symptomen
Kenmerkend aan Alzheimer is dat het geheugen langzamerhand achteruit gaat. Naarmate de ziekte steeds meer vordert, worden de gevolgen ook steeds duidelijker. Het beperkt in toenemende mate letterlijk de bewegingsvrijheid van diegene met Alzheimer. De symptomen van Alzheimer zijn niet altijd meteen duidelijk, zeker niet voor degenen die ‘de patiënt’ dagelijks of vaak zien. Iemand die wat verder weg staat en dus niet dagelijks degene met Alzheimer ziet en spreekt, ziet het verschil met de vorige keer duidelijker. Een paar kenmerkende zaken van Alzheimer:

  • Het gedrag verandert geleidelijk. Degene wordt onrustiger, gaat dwalen door het huis en kan ook achterdochtiger worden.
  • De gebruikelijke alledaagse zaken lukken steeds minder goed. Iets plannen, iets regelen, nadenken over iets en beslissingen nemen gaan niet meer zo vanzelfsprekend als voorheen.
  • Vanzelfsprekende zaken, die eerst ‘gedachteloos’ werden gedaan, vergen nu meer en meer inspanning. Aankleden, schoenen strikken, tafel dekken zijn daar voorbeelden van. Wat opvalt is dat handelingen vaak niet meer in de goede volgorde worden uitgevoerd.
  • Nieuwe informatie onthouden lukt steeds minder goed. Iemand met Alzheimer moet ook steeds meer ‘in het geheugen gaan graven’ voor oudere informatie en herinneringen.
  • Het besef van tijd en plaats vervaagt. Dat betekent dat iemand met Alzheimer steeds minder goed weet welke dag het is, welke maand en zelfs jaar. Weten waar hij is, is ook geen vanzelfsprekendheid meer. Een andere omgeving dan thuis, kan voor iemand met Alzheimer heel verwarrend zijn.
  • Taalvaardigheid neemt af. De manier van spreken verandert geleidelijk. De zinnen worden korter en eenvoudiger. Het taalbegrip neemt ook af. Degene met Alzheimer heeft steeds meer moeite de ander te begrijpen.
  • Het herkennen van voorwerpen en weten waar het voor dient verdwijnt. Dat iets een glas heet en bedoeld is om uit te drinken kan op een gegeven moment iets zijn wat iemand met Alzheimer niet meer weet. Of het geluid van de deurbel wordt niet meer herkend, en de logische actie om dan de deur open te doen is volgt dan ook niet.

Niet voor iedereen met Alzheimer is een opname in een psychiatrisch ziekenhuis nodig.  Voor het op punt stellen van de diagnose en wanneer er bijkomende psychiatrische moeilijkheden (bv. depressieve klachten, wanen, hallucinaties, angst,…) zijn kan een opname wel een antwoord zijn.
 

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte