Wat is een angststoornis?
Angstklachten en angststoornissen
Angstklachten zijn klachten waarbij angstgevoelens en begeleidende lichamelijke klachten een rol spelen. Het verschil met een angststoornis is de ernst van de symptomen. De overgang van ‘angstklachten’ naar een ‘angststoornis’ is niet exact te bepalen. Pathologische angst komt voor bij veel psychische aandoeningen. Angststoornissen kunnen ook geïnduceerd worden door alcohol, illegale drugs en bepaalde medicaties. Angst kan ook kaderen in andere psychiatrische stoornissen zoals schizofrenie en depressie. Verder is angst altijd een onderdeel van stress- en traumagerelateerde psychische stoornissen.
Als angst het belangrijkste symptoom is, spreekt men van een angststoornis.
Soorten angststoornissen:
- Paniekstoornis: terugkerende paniekaanvallen, met tussendoor angst voor een nieuwe paniekaanval.
- Agorafobie (pleinvrees): angst voor en vermijding van situaties waaruit men denkt moeilijk te kunnen ontkomen of waarin men moeilijk hulp zou kunnen krijgen bij een paniekaanval.
- Specifieke fobie: hevige, aanhoudende angst voor en vermijding van specifieke objecten/situaties.
- Sociale-angststoornis (sociale fobie): hevige, aanhoudende angst voor en vermijding van situaties waarin men wordt blootgesteld aan een mogelijke kritische blik van anderen.
- Sociale-angststoornis: kan onderverdeeld worden in een specifieke vorm, waarbij de angst gekoppeld is aan een specifieke situatie zoals podiumvrees, en in een gegeneraliseerde vorm, waarbij de angst in verschillende situaties voorkomt.
- Gegeneraliseerde-angststoornis: buitensporige, aanhoudende angst en piekergedachten over een verscheidenheid aan dagelijkse onderwerpen.
- Scheidingsangst of separatieangststoornis: niet bij de ontwikkelingsfase passende, excessieve angst of vrees om gescheiden te worden van diegenen aan wie men gehecht is.
- Obsessieve compulsieve stoornis: terugkerende en hardnekkige gedachten, impulsen of voorstellingen (obsessies), en/of dwanghandelingen (compulsie).
Bij kinderen en jongeren kunnen daarnaast voorkomen:
- Selectief mutisme: het consistent niet spreken in sociale situaties waarin dit wel wordt verwacht (zoals op school) terwijl er wel op andere momenten wordt gesproken.
- Schoolweigeren (ook schoolfobie genoemd)