Zoeken

“Mensen zijn geen beursaandelen”

Met zo’n 40 jaar ervaring in de showbusiness is Kurt Defrancq een bekend gezicht in Vlaanderen. Maar naast zijn passie voor woord is hij ook een echte ondernemer. Zo is hij de bezieler van het Kurt Defrancq Huis, een woonzorgcentrum voor gepensioneerde kunstenaars. “Iedereen is meervoudig getalenteerd en kan bijdragen, ook mensen die al honderd jaar zijn. Ik wil bejaarde kunstenaars de kans geven om te blijven creëren en hun kennis door te geven.”

‘Ik kom wel naar jullie’, laat Kurt ons weten wanneer we een locatie afspreken voor ons interview. Broeders van Liefde is voor hem geen onbekende. Zijn vrouw Nele werkt als leerkracht bij één van de scholen van Broeders van Liefde en ook Kurt zelf is oud-leerling. “Ik heb goede herinneringen aan mijn schooltijd en had veel inspirerende leerkrachten. Maar ik kan niet zeggen dat mijn passie voor de kunsten er is aangewakkerd.”

9 to 5

Kurt: “Ik ben opgegroeid in Brugge, maar ik ben blij dat ik nu een Gentenaar ben. Begrijp me niet verkeerd: Brugge is ook een mooie stad, maar naar mijn ervaring is de cultuurbeleving er eerder gericht op zelfbevestiging, in Gent meer op zelfbevraging. Dat vind ik belangrijk. Kunst is niet gemaakt om te behagen. Ik heb gedurende mijn carrière ook populaire en commerciëlere projecten gedaan, maar ik schuw daarnaast geen kunst die pijnpunten blootlegt. Bij het creëren van een voorstelling word ik getriggerd door wat ik wil vertellen, niet door wat het publiek wil horen. Ik laat mij inspireren door wat er rond mij gebeurt. Met mijn creatief beroep heb ik geen 9 to 5 beleving. Ik krijg continu prikkels en input waarmee ik aan de slag wil. Ik wil zaadjes planten, iemand raken of aan het denken zetten.”

Een avondje lachen-gieren-brullen is niet aan jou besteed …

Kurt: “Ik ben zeker geen tegenstander, maar voor mij is er een verschil tussen entertainment en een kunstige avond. Entertainment is plezant, een kunstige avond hoeft dat niet per se te zijn. Al wil ik daarmee niet zeggen dat een humoristisch stuk geen moeilijke thema’s kan aansnijden, integendeel. Al lachend zegt de zot de waarheid. Maar er is op zich ook helemaal niets mis met een avondje vertier. Ook ik breng als artiest graag eens iets luchtig, maar het is een balansoefening. Ik wil ook nog altijd voorstellingen maken en spelen die vragen oproepen en iets bijdragen aan het maatschappelijk debat.”

Denk je dat dat engagement om iets te betekenen in de maatschappij bij alle kunstenaars leeft?

Kurt: “In mijn ogen zijn er twee soorten artiesten. De eerste groep bestaat uit mensen die naast de spotlights een bepaalde schroom hanteren, stilletjes op het podium stappen, maar dat podium wel als een veilige haven ervaren. De tweede groep maakt vooral vooraf al veel kabaal. Ze gebruiken de kunsten om op te vallen. En ja, ze worden ook snel opgemerkt, maar meestal doven ze ook snel weer uit. Als je de kunsten juist en eerlijk benadert, doe je dat vanuit een voorzichtigheid. Als ik jongeren hoor zeggen dat beroemd worden hun doel is in het leven, dan moet ik toch wel even zuchten. Ik vind dat een holle uitspraak. Bekendheid op zich betekent niets.”

Maar bekendheid heeft toch ook zijn voordelen, of niet?

Kurt: “Ja zeker, maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. As je werkt voor een massamedium, lig je constant onder een vergrootglas. Je gedrag wordt door anderen geïnterpreteerd en verkocht als realiteit. Drink je water, dan ben je een pater. Drink je bier, dan ben je een zatlap. Er is weinig nuance. Mensen denken ook al snel dat ze je kennen, enkel en alleen omdat ze je op tv hebben gezien. Ooit sprak een vrouw mij aan op straat: ‘Je ziet er helemaal anders uit dan in het echt’. Dat is toch gek? De kunsten zijn vaak ook commerciëler dan vroeger. Ze moeten geld in het laatje brengen. In de 19de eeuw leefden veel artiesten in armoede, nu zijn het vaak geslaagde zakenmensen. Maar schilderijen die miljoenen waard zijn, dat heeft niets meer met kunst te maken. Onlangs hebben we een avond rond kunst en criminaliteit georganiseerd aan de UGent. Dat was zeer verhelderend. We zijn de echte waarde vergeten: het cultureel kapitaal. Dat zijn de mensen – kunstenaars, scheppers, schrijvers, uitvoerders. Daar moeten we in investeren. Maar mensen zijn geen gebouwen of aandelen op de beurs; je kan hun rendement niet in cijfers uitdrukken. Daar wringt het schoentje.”

Aaipoeshuis

Je vindt cultureel kapitaal – de kunstenaar zelf - erg belangrijk. Is dat de reden waarom je het Kurt Defrancq Huis wil oprichten?

Kurt: “Ik droom van een inclusieve maatschappij waarin iedereen telt en waar de focus ligt op de mens zelf. Onze samenleving denkt nog teveel vanuit een overdreven kapitalisme. Mensen moeten productief zijn en geld opbrengen. Gepensioneerden werken niet meer, dus gaan we ze maar ‘parkeren’. Dat idee vind ik vreselijk. Iedereen is meervoudig getalenteerd en kan bijdragen op zijn manier, ook zij die al honderd jaar zijn. Het Kurt Defrancq Huis is geen plek om te stoppen of stil te vallen. Het is ook geen commercieel project. Het is een woonst waar men, ondanks de hoge leeftijd, verder kan creëren en inspireren. Ik haalde de mosterd voor het initiatief trouwens in Amsterdam. Zes jaar geleden ging ik een monoloog spelen in het Rozaspierhuis; dat bleek een woonzorgcentrum te zijn voor kunstenaars op leeftijd. Toen ik in de inkomhal aankwam, was een vrouw van 92 jaar virtuoos piano aan het spelen. Ze vertelde mij haar verhaal en ik zag hoe blij ze was dat ze nog steeds kon creëren en opnieuw mensen had om haar talent mee te delen. Ik kreeg tranen in mijn ogen. Op weg naar huis wist ik dat ik dit concept ook in België wou lanceren.”

Het Kurt Defrancq Huis klinkt nogal ‘exclusief’, enkel voor kunstenaars …

Kurt: “Ik wil geen huis enkel en alleen voor kunstenaars, ik wil net een sociale mix. Het grote verschil met een standaard woonzorgcentrum is dat we in plaats van het organiseren van bingo- en spelletjesnamiddagen mensen gaan stimuleren om met hun talenten bezig te blijven. Een plek met een atelier, een concert- en compositiezaal … Veel mensen op leeftijd zijn nog lang niet uitverteld, maar ze missen een publiek. Dat zegt iets over hoe wij als maatschappij omgaan met onze ouderen. Als cultureel adviseur voor de Universiteit Gent zie ik dat ook bij sommige emeriti (gepensioneerde professoren n.v.d.r). Ook zij vallen niet opeens stil als ze op pensioen zijn en hebben nog veel te vertellen. Het Kurt Defrancq Huis is geen aaipoeshuis, maar een plek van verbinding en creativiteit, met veel ruimte voor kennisoverdracht en kruisbestuiving tussen jong en oud. Want jongeren kunnen zoveel leren van een oude rot in het vak, en omgekeerd. Als alles goed gaat, komt er een Kurt Defrancq Huis in de kerk van Drongen-Baarle. We zijn momenteel volop bezig met de gesprekken. Andere steden tonen echter ook interesse in het concept. Het heeft iets in beweging gezet. Daar ben ik wel trots op.”

De Kerk van Drongen-Baarle. Dat is toch een bijzondere locatie … 

Kurt: “Ik ben voorstander van het herbestemmen van kerken. Welk nut heeft het dat ze gewoon leeg staan? Ik begrijp echter wel dat dat bij sommige mensen gevoeliger ligt. Maar als een kerk zijn ceremoniële functie verliest, dan is dat niet langer ‘een kerk’. Dan blijft er alleen nog maar een skelet van een gebouw over. Ik benader dat rationeel. We leven in een tijd waar alles organisch is. Het is net goed om op zoek te gaan naar een nieuwe invulling voor gebouwen die niet meer in gebruik zijn, zo krijgen ze het nodige onderhoud en gaan ze niet verloren.”

Je wil kunst bij ouderen blijven stimuleren. Waarom vind jij kunst zo belangrijk?

Kurt: “Kunst draagt bij tot een veelkleurig wereldbeeld. Door middel van kunst ontwikkel je empathisch vermogen. Dat is zo belangrijk. Als je dat niet gelooft, kijk maar eens naar het journaal ... Als je je niet kan verplaatsen in hoe een ander denkt, dan ontstaat er conflict. (Woord)kunst draagt ook bij in de ontwikkeling van een sterke debatcultuur. Het is cruciaal om je te leren uiten en je gedachten te verwoorden. Veel jongeren én volwassenen worstelen daarmee. Luister maar eens naar mensen die geïnterviewd worden, ze raken amper uit hun woorden. Na een halve zin zeggen ze al: ‘snap je?’, ‘kweetniet’, ‘maar allé’ of ‘jah’. Alsof er kurken op de mensen zijn gestoken. We moeten echt werken aan taalhygiëne, best al op jonge leeftijd.”

Stiefmoederlijk

Kijk je daarvoor in de richting van het onderwijs?

Kurt: “Kunst wordt in het onderwijs soms stiefmoederlijk behandeld. In mijn ogen is het echter een kerntaak van het onderwijs om jongeren in aanraking te brengen met verschillende kunstvormen. En ik heb het dan niet over ‘één uurtje gek doen met verf en kwast’ maar over een brede vorming: beeldende kunst, literatuur, lichamelijke expressie ... Maar niet iedereen vindt kunst zinvol. Als jij iemand bent die graag de dingen microscopisch benadert, dan kan kunst je onrustig maken. Wetenschap geeft zekerheid: het valt te meten en uit te leggen. Kunst is iets abstract. Dat is trouwens het eeuwenoude spanningsveld tussen natuur en cultuur. Ik ben er echter honderd procent van overtuigd dat de kunsten belangrijk zijn. En als ze niet in het onderwijs behandeld worden, waar moet een jongere ze dan leren kennen? Ook de universiteiten zijn in hetzelfde bedje ziek. We willen een jongvolwassene opleiden tot de specialist van de specialisten. Dat vind ik te eng. Wat weet die dan nog over de wereld? Natuurlijk moet een ingenieur in de eerste plaats een stevige brug kunnen bouwen, maar er is meer dan dat. Momenteel werk ik samen met onder andere prof. Johan Braeckman aan een overkoepeld vak ‘universitas’ om alle studenten, van dokter tot marketeer, ook iets mee te geven over de wereld rondom hen.”

Je bent acteur, spreker, ondernemer en cultureel adviseur. Best wel een drukke agenda. Heb je nog ruimte voor vrije tijd en rust?

Kurt: “We hebben allemaal de illusie dat we vrije tijd hebben, maar die is ingevuld door een soort jachtigheid en een drang om te presteren. Mensen gaan niet meer ‘een beetje joggen’, nee, ze trainen voor de marathon. Er is bijna altijd een verborgen agenda. Daarom lopen zoveel mensen tegen de muur of belanden ze in een burn-out. Als tegenreactie krijg je een enorm ‘aanbod’ om te onthaasten (zucht). Zelfs verstilling is vervallen in een commerciële sfeer. Ik zou zeggen: laat je niet vangen. Ga zelf op zoek naar wat jou rust brengt. Voor mij is dat lezen en druk bezig zijn, maar dan met creatieve zaken die ik doe vanuit het hart.”

Kurt Defrancq
  • Kurt (59) is acteur, spreker, ondernemer en cultureel adviseur voor de Universiteit Gent. Hij is de bezieler van het Kurt Defrancq Huis.
  • Kurt woont in Mariakerke, is getrouwd met Nele en vader van Kasper, Ibe en Korneel.
  • Hij heeft geen groene vingers maar houdt wel van lezen in de tuin. Een boek dat hij iedereen zou aanraden is ‘Feitenkennis’ van Hans Rosling.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte