Zoeken

“Mijn woongroep is mijn tweede thuis”

Passie voor mensen, flexibiliteit, authenticiteit en enthousiasme. Dat zijn volgens Robin belangrijke eigenschappen om een goede  begeleider te zijn. Samen met 6 collega’s begeleidt hij woongroep Weegbree, de thuis van 10 volwassenen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking. “Ik hou van de interactie met de bewoners. Wij hebben geen woorden nodig om elkaar te verstaan.”

We parkeren onze auto in een oase van rust. Borgwal, de hoofdcampus van Ebergiste, is een mooi domein midden in het groen. Aan het onthaal staat Robin ons al op te wachten, één en al glimlach. Hij knikt bevestigend wanneer we hem wijzen op de mooie locatie. “Het is onze grote troef. De omgeving maakt het leuk wonen én werken. Zowel de bewoners als ikzelf houden ervan om samen te gaan wandelen op het domein. Er valt hier veel te ontdekken.” We beslissen straks samen het domein te verkennen, maar eerst volgen we Robin naar een vergaderzaaltje om meer te weten te komen over de dagelijkse werking in de woongroep.

Shift

Robin heeft vandaag de vroegdienst, wat betekent dat hij al aan het werk is van 7 uur ’s ochtends. Om 15 uur eindigt zijn werkdag en start een collega met de laatdienst. “Woongroep Weegbree heeft in totaal 7 begeleiders (6 VTE), inclusief mezelf. We doen om beurt een bepaalde shift. Aangezien onze bewoners niet zelfstandig kunnen wonen, is er ook een actieve nachtdienst, maar die wordt gedaan door een ander team.” Hangt het takenpakket af van welke dienst je die dag doet, vragen we nieuwsgierig. “Op zich niet. Onze bewoners hebben structuur nodig, verschillende zorgtaken komen altijd terug. Als je vroeg begint, dan help je de bewoners logischerwijs met het opstaan, klaarmaken (scheren, tandenpoetsen, wassen …) en het ontbijt. In de laatdienst help je dan weer met de bewoners klaar te maken om te gaan slapen. De activiteiten die we doorheen de dag doen, variëren wel. Omdat onze bewoners niet alleen naar buiten mogen, maar ook niet alleen thuis kunnen blijven, hebben we in de week ook een dagdienst, waardoor we een extra paar helpende handen hebben. De dagdienst maakt het mogelijk dat één begeleider een (buiten)activiteit doet met de bewoners die daar zin in hebben, terwijl de rest van de groep bij de andere begeleider kan blijven. Daarnaast krijgen we ook nog ondersteuning van de ergotherapeuten.”

Plagen

Ben jij de thuisblijver of eerder de begeleider die op stap gaat, willen we weten. Robin lacht. “Meer dat laatste. Ik ga graag met mijn bewoners naar buiten. De natuur ligt hier letterlijk aan onze voordeur. Ik vind het leuk dat we de vrijheid hebben om de dag in te vullen. Samen iets doen of bezoeken, lachen, plezier maken … Ik hou van de interactie met en het zorg dragen voor de bewoners. Ik heb heel bewust voor deze doelgroep gekozen. Mijn mama werkte met volwassenen met een verstandelijke beperking en ik heb op jonge leeftijd beslist dat ik hetzelfde wilde doen. Ik ben niet het type dat lange diepgaande gesprekken wil voeren. Ik heb niet veel woorden nodig om mijn bewoners te begrijpen. Na drie jaar ken ik hun gebaren, lichaamstaal en geluiden. Ik gebruik ook veel humor en schuw geen plagerijen. Als ik een lach op een bewoner zijn of haar gezicht kan toveren, ben ik tevreden. Daar doe ik het voor.”

Teamwork

Ook Robin zelf heeft de hele tijd een glimlach op zijn gezicht. We vragen hem of die positiviteit een gedeelde waarde is binnen het team. Hij knikt. “Alle collega’s zijn enthousiast. De bewoners zijn ook gevoelig voor de stemming van een begeleider, wat je uitstraalt is dus wel belangrijk. Ik merk dat ook op de momenten dat er even wat chaos heerst in de groep. De beste manier om dan de rust terug te halen, is door zelf rust uit te stralen. Ik voel dan meteen hoe de sfeer opnieuw verandert. Als je zoveel tijd besteedt met een groep mensen, leer je elkaar goed aanvoelen. Maar we zijn wel altijd onszelf, dat vinden we als team erg belangrijk. Net zoals collegialiteit en flexibiliteit. Het zal hier nooit een probleem zijn om eens onderling met een collega te wisselen van rooster.”

Overdracht

Is er sprake van een nauwe samenwerking binnen het team? “Op zich werk je als begeleider zelfstandig: in het weekend werk je alleen en in de week met maximaal 1 andere begeleider op hetzelfde moment. Maar we krijgen wel hulp van geïntegreerde ergotherapeuten die gedurende de dag activiteiten voorzien en soms doen we in het weekend ook beroep op vrijwilligers om bijvoorbeeld een wandeling te maken met de bewoners. Voor mijn opdracht als begeleider is de ‘overdracht’ op het einde van de werkdag heel belangrijk. Dat is het moment om je collega op de hoogte te brengen van wat er allemaal gebeurd is gedurende de dag. Daarom houden we ook een logboek bij. Aangezien we met 7 begeleiders zijn binnen Woongroep Weegbree kan het wel eventjes duren voor je een bepaalde collega ziet. Om ervoor te zorgen dat we elkaar voldoende ontmoeten, houden we om de twee weken een teamoverleg. Dan nemen we de tijd om elkaar te briefen, ideeën en suggesties uit te wisselen en bij te praten.”

Hart en ziel

Wat vind je eigenlijk het moeilijkste aan de job, willen we weten terwijl we de trap aflopen. We zijn begonnen aan onze verkenningstocht, met als eerste stop de woongroep zelf. Er volgt een lange pauze. Robin lacht verontschuldigend. “Ik denk niet dat de job voor iedereen weggelegd is, maar als je ervoor kiest, doe je dat met hart en ziel. De bewoners vragen een hoge mate van zorg, maar ik doe mijn werk écht heel graag. En ondanks dat ik het ‘mijn werk’ moet noemen, voelt het niet aan als werken. Het is dus niet zo dat ik thuis zit te tobben of te stressen over wat er in mijn woongroep gebeurt. Tenzij er een bewoner ziek is natuurlijk, daar zit ik dan wel mee in. In andere woongroepen is er soms sprake van agressie of hebben bewoners soms een psychische kwetsbaarheid. Ik kan me voorstellen dat dit sneller tot moeilijkere situaties leidt en dat je dan wel eens zaken mee naar huis neemt. Maar in mijn woongroep is dat eigenlijk niet van toepassing.”

Graag zien

We komen binnen in de living van de woongroep en één van de bewoners loopt meteen nieuwsgierig in de richting van de fotograaf. “Hij heeft een fototoestel gezien hoor”, plaagt Robin. Een andere bewoner trekt enthousiast Robin zijn aandacht. We merken op dat de bewoners blij zijn om hem te zien. Robin glimlacht. “Mijn bewoners zijn een beetje mijn tweede familie. We besteden veel tijd samen. Natuurlijk is het leuk om op verlof te gaan, maar ik ben ook altijd blij als ik ze terugzie, en vice versa. Het is echt een verhaal van graag zien en graag gezien worden. Ik koester het vertrouwen, de dankbaarheid en de band met iedereen die hier woont.” En de band tussen de bewoners onderling, hoe is die? “Sommige bewoners wonen al heel lang samen, dat betekent echter niet dat ze daarom beste vrienden zijn. Maar de sfeer in onze groep is goed. Ik zet daar ook op in. Ik zie mezelf als de lijm tussen de bewoners. De momenten waarop we samen dingen doen - een activiteit of samen eten - grijp ik graag als gelegenheid om onderlinge interactie te creëren. Niets zo fijn als de groep aan het lachen te krijgen!”

Stilteplek

We wandelen naar buiten en komen een andere groep bewoners tegen, op stap met een begeleider. Ze zijn op weg naar de boerderij. “Mijn bewoners vinden het ook fijn om naar de dieren te gaan kijken. We hebben op onze site ezels, kippen, cavia’s, een pony en geitjes.” Terwijl de fotograaf enkele foto’s neemt, word ik vriendelijk gegroet door een ouder koppel op de fiets. Ze stoppen even bij de geitjes en gaan dan weer verder. “Ons domein is open voor iedereen”, verduidelijkt Robin. “Dat zorgt voor een fijne dynamiek met de bewoners.” We stappen verder en komen aan bij een stilteplek. Er hangen foto’s van overleden bewoners. “Soms stelt een bewoner voor om eens samen de stilteplek te bezoeken, om naar de foto te kijken van een overleden vriend-bewoner. Dat biedt troost. Het is ook een goede plek om even samen stil te staan bij verlies.”

Pannenkoek

Op onze terugweg passeren we een cafetaria. “De borgwalhoeve”, wijst Robin. “Hier komen we elke vrijdag een pannenkoek eten met de bewoners. Daar genieten ze van. Op zich maakt het voor hen niet uit waar we precies heengaan. Het is de uitstap op zich die ze leuk vinden, het vertrekken.” Ik kijk naar mijn horloge. Het is 15u30. Ook voor ons wordt het stilletjes aan tijd om te vertrekken. Op de parking nemen we wuivend afscheid van Robin. Met een lach op ons gezicht kruipen we achter het stuur. Robin had gelijk: enthousiasme werkt aanstekelijk.

Robin Annemans
  • Robin (31) is opvoeder/woonbegeleider in woongroep Weegbree in Ebergiste (Borgwal).
  • Hij woont samen met zijn vriendin Lise in Ledeberg.
  • Hij houdt van wandelen, fietsen, avontuurlijke (trek)reizen en fijne ontmoetingen.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte