Zoeken

Ethisch advies: Ethiek van de professionele ondersteuningsrelatie

De werkgroep ethiek in de ortho(ped)agogische zorg bij de Broeders van Liefde ziet de mens met een handicap als een volwaardige persoon die ook als volwaardig burger, net als elke andere burger, zelf zijn of haar leven vorm én inhoud kan geven. Uitgangspunt en kerngegeven voor de ondersteunings-relatie is de vraag van de persoon met een handicap. Op basis van deze vraag moet hij of zij kansen krijgen om zelf keuzes te maken en controle te verwerven op alle domeinen van het leven: leren, wonen, werken, vrije tijd enz. De persoon met een handicap kan hiertoe een beroep doen op de ondersteuning van zijn of haar natuurlijk leefmilieu en/of van professionele begeleiders.

In de ondersteuning evalueren we samen met de persoon met een handicap de specifieke behoeften en noden om zo tot strategieën, diensten en middelen te komen. Het uiteindelijke doel is dat de persoon met een handicap een optimale kwaliteit van bestaan kan bereiken. De kwaliteit van bestaan wordt door een aantal objectieve indicatoren meetbaar en beïnvloedbaar gemaakt: emotioneel welzijn, interpersoonlijke relaties, materieel welzijn, persoonlijke ontwikkeling, fysiek welzijn, zelfbepaling, sociale inclusie en rechten. Het is evenwel de subjectieve beleving die bepalend is voor de kwaliteit van bestaan.

De werkgroep ethiek wil in deze nota doelbewust de ondersteuningsrelatie op de voorgrond plaatsen. De relatie tussen de persoon met een handicap en de persoon die ondersteuning biedt, is van fundamenteel belang. De relatie is het fundament van de ondersteuning en de kwaliteit van de ondersteuning wordt dan ook in belangrijke mate bepaald door de kwaliteit van de relatie. Veel personen kunnen ondersteuning bieden, zoals ouders, familie, leeftijdgenoten, vrienden, buren en professionele begeleiders. Wij beperken ons hier tot de professionele ondersteuningsrelatie. De professionele begeleider is de coach die de persoon met een handicap ondersteunt bij het uitbouwen van zijn of haar levensproject.

De professionele ondersteuningsrelatie kunnen we vanuit drie verschillende invalshoeken benaderen, namelijk vanuit de persoon met een handicap, vanuit de professionele begeleiders en vanuit de ondersteuningsrelatie. Deze drie benaderingen zijn even waardevol en vullen elkaar aan. Hieronder bespreken we ze achtereenvolgens. Bij elke benadering bespreken we het netwerk, enkele karakteristieken en concrete thema’s. Op deze manier willen we een zo ruim mogelijke visie op de professionele ondersteuningsrelatie ontwikkelen.

Dit is een ethisch advies voor de sector welzijn en buitengewoon onderwijs van de Broeders van Liefde. Dit advies werd opgesteld door de Visiegroep Welzijn en Buitengewoon Onderwijs, onder redactie van Axel Liégeois, stafmedewerker voor ethiek. Bij lezing moeten we steeds rekening houden met de datum van publicatie van het advies en met de evoluties in de maatschappelijke context sindsdien. 

1. Benadering vanuit de persoon met een handicap

Persoon met een handicap in een persoonlijk netwerk

De persoon met een handicap situeren we steeds in zijn of haar persoonlijk netwerk. In dit netwerk kunnen we vier groepen onderscheiden: de familie, de andere personen met een handicap, de professionelen en de maatschappij. Onder professionelen verstaan we hier alle beroepsbeoefenaars waarmee personen met een handicap contact hebben, en dus niet alleen de professionele begeleiders uit de ortho(ped)agogische centra.
Bij elk van deze vier groepen is er een gradatie in betrokkenheid die we kunnen voorstellen als concentrische kringen van mensen rondom de persoon met een handicap. In elk van deze groepen zijn er mensen in de kringen dichterbij of verderaf van de persoon met een handicap. Zo staan bepaalde professionele begeleiders dichter bij een bepaalde persoon met een handicap dan andere.

Individualisering en vermaatschappelijking

Het eerste kritisch doel van de algemene missie voor de sector ortho(ped)agogische zorg bij de Broeders van Liefde is het “centraal stellen van de persoon met een handicap en zijn omgeving”. Het is heel belangrijk dat professionele begeleiders niet zichzelf, hun organisatie of ondersteuning in het middelpunt plaatsen, maar de persoon met een handicap en zijn of haar persoonlijk netwerk.
Hiermee wordt een dubbele en op het eerste gezicht paradoxale trend gezet, namelijk individualisering én vermaatschappelijking. Enerzijds staat het individu met zijn of haar levensverhaal, noden en wensen voorop. Anderzijds participeert hij of zij door integratie en inclusie aan de voor hem of haar meest geschikte samenlevingsvorm in de maatschappij. Daartoe krijgt de persoon met een handicap ondersteuning.

Vraaggestuurde ondersteuning

Uitgangspunt van de ondersteuning is de vraag van de persoon met een handicap. Om de ondersteuning op de vraag af te stemmen, luisteren de professionele begeleiders naar de persoon met een handicap en/of zijn of haar vertegenwoordiger, hun levensverhaal, wensen en noden. Samen stellen ze een aantal geïndividualiseerde doelen voorop. Samen gaan ze ook na of de professionele begeleiders met hun gespecialiseerde dienstverlening de gepaste ondersteuning kunnen bieden om die doelen te realiseren. Ze evalueren dit op geregelde tijdstippen.
Als de professionele begeleiders geen gepaste ondersteuning kunnen bieden, passen ze hun dienstverlening aan, ontwikkelen ze nieuwe vormen van dienstverlening of zoeken ze naar een andere organisatie die dit wel kan.

Rechten van de persoon met een handicap

De belangrijkste rechten van de persoon met een handicap zijn het recht om te leven in de maatschappij, het recht om de eigen mening te zeggen, het recht op vriendschap en relaties, het recht op wonen, het recht op eigen geld, en het recht op goed onderwijs en goede ondersteuning. In de mate van zijn of haar mogelijkheden heeft de persoon met een handicap ook een verantwoordelijkheid tegenover de eigen situatie.
Een kwaliteitsvolle ondersteuning houdt echter meer in dan het garanderen van een aantal rechten. De kwaliteit van de ondersteuning hangt niet alleen af van formele vereisten, maar vooral van de persoonlijke kwaliteiten van de professionele begeleiders en van de ondersteuningsrelatie.

 

2. Benadering vanuit de professionele begeleiders

Begeleiders in een persoonlijk netwerk

Ook de begeleiders situeren we steeds in hun persoonlijk netwerk. In dit netwerk kunnen we ook vier groepen onderscheiden: de familie, de personen met een handicap, de andere professionelen en de maatschappij.
Bij elk van deze vier groepen is er een gradatie in betrokkenheid die we kunnen voorstellen als concentrische kringen rondom de professionele begeleider. Zo heeft een professionele begeleider met bepaalde personen met een handicap en collega’s een meer vertrouwelijke relatie dan met andere.

Grondhoudingen: betrokkenheid en deskundigheid, verantwoordelijkheid en zelfbevraging

De kwaliteit van de ondersteuning volgt uit de grondhouding van de professionele begeleiders. In de missie van de Broeders van Liefde lezen we dat “de kwaliteit van leven groeit dankzij deskundige begeleiding” en dat de begeleiders “vanuit een gelovige en liefdevolle grondhouding naar de medemensen gaan”.
Positieve betrokkenheid betekent dat de professionele begeleiders zich laten aanspreken door het appèl van de persoon met een handicap en zich met al hun mogelijkheden inzetten. Deskundigheid betekent dat deze inzet met kennis van zaken en met competentie gebeurt. Betrokkenheid zonder deskundigheid leidt tot goede intenties die hun doel niet bereiken, en deskundigheid zonder betrokkenheid verwordt tot koele methodiek of techniek. Vanuit hun deskundige betrokkenheid luisteren de professionele zorgverleners empathisch en kunnen ze zich inleven in de vraag en het levensverhaal van de persoon met een handicap.
Ook verantwoordelijkheid en zelfbevraging zijn belangrijke grondhoudingen. Verantwoordelijkheid is zich rekenschap geven van het antwoord dat we geven op de vraag van een ander. Professionele begeleiders ontvluchten hun eigen verantwoordelijkheid niet, delen de verantwoordelijkheid en bevorderen de eigen verantwoordelijkheid van de persoon met een handicap en zijn of haar netwerk. Daartoe bevragen de professionele begeleiders zichzelf voortdurend op een kritische wijze, zowel individueel als in team. Wat zijn we eigenlijk aan het doen? Hoe bieden we ondersteuning? En waarom handelen we zo? Hoe beleeft de persoon met een handicap de ondersteuning die we bieden?

Samenwerken in team

Professionele begeleiders werken niet op hun eentje, maar in een multidisciplinair team. Daarbij hebben ze taken die eigen zijn aan hun discipline of beroepsgroep en gemeenschappelijke taken. De beroepsgroepen hebben hun eigen specifieke deskundigheid, maar vullen elkaar ook aan.
Samen zijn alle begeleiders uit de verschillende disciplines verantwoordelijk voor de ondersteuning: als team zijn ze gezamenlijk verantwoordelijk, maar elke begeleider heeft daarin een persoonlijke verantwoordelijkheid. De individuele of persoonlijke begeleider, coördinator of mentor is in het team bij uitstek de belangenbehartiger van een welbepaalde persoon met een handicap en heeft dan ook een bijzondere verantwoordelijkheid.
Alle professionele begeleiders denken en handelen evenwel vanuit een algemene visie en groepsplan en vanuit de individuele handelings- of ondersteuningsplannen die ze opgesteld hebben. Ze werken vanuit een teamgeest en delen de daarbij relevante informatie. Dit samenwerken veronderstelt respect, openheid en communicatie, solidariteit en loyaliteit.

Stagiairs en vrijwilligers

Bij de samenwerking worden steeds meer stagiairs en vrijwilligers betrokken. Belangrijk is dat hun inbreng niet vrijblijvend is en zich inpast in de visie en de handelingsplanning van de professionele begeleiders. Een sterk engagement gaat uit van stagiairs die een langdurige werkstage doen en van vrijwilligers die op geregelde basis activiteiten van een groep begeleiden of een waardevolle relatie opbouwen met één persoon met een handicap.
Ze beschikken over de noodzakelijke informatie om hun werk goed te doen en om zich voldoende te kunnen betrekken bij de werking. Ze houden echter de informatie geheim, zeker buiten hun stage of vrijwilligerswerk. Om het niet-vrijblijvend karakter van de stage of het vrijwilligerswerk te onderstrepen, ondertekenen ze een contract.

3. Benadering vanuit de professionele ondersteuningsrelatie

De ondersteuningsrelatie in een professioneel netwerk

Ten slotte kunnen we ook de ondersteuningsrelatie situeren in een professioneel netwerk. Daarin werken professionele begeleiders en teams met een verschillend gespecialiseerde dienstverlening samen om de persoon met een handicap op elk moment de gepaste ondersteuning te bieden. In dit netwerk kunnen we vier groepen onderscheiden: de eigen dienst, andere diensten binnen de eigen organisatie, externe diensten voor de personen met een handicap en publieke diensten voor alle burgers in de maatschappij.
Bij elk van deze vier groepen is er een gradatie in de samenwerking, zowel kwantitatief als kwalitatief. De kwantiteit verwijst naar de frequentie van de samenwerking en daarin is er een gradatie van frequent over regelmatig tot occasioneel samenwerken. De kwaliteit heeft te maken met de intensiteit van de samenwerking en daarin is er een gradatie van hechte over vaste tot losse samenwerking.

 

Waarden: gelijkwaardigheid en kwetsbaarheid, vertrouwen en verbondenheid

In de missie van de Broeders van Liefde lezen we dat we “authentieke leef- en werk-gemeenschappen” vormen, waar “verbondenheid, dienstbaarheid, dynamiek en creativiteit de dragende krachten zijn”.
Het fundament van een professionele ondersteuningsrelatie is de gelijkwaardigheid van de persoon met een handicap en de begeleiders. Alle mensen zijn gelijk wat de inherente waardigheid van hun persoon betreft. Daarom is het belangrijk dat begeleiders de waardigheid van geen enkel mens kwetsen door een beroep op enig andere waarde, hoe beperkt de mogelijkheden door handicap, ziekte of ouderdom ook zijn. Het respect voor de waardigheid van de mens is onvoorwaardelijk. Tegelijk is het ook goed dat begeleiders zich bewust zijn van ieders kwetsbaarheid of broosheid en dat ze zich kwetsbaar of ontvankelijk voor anderen durven opstellen. Kwetsbaarheid is inherent aan het menszijn.
Voorwaarden voor een professionele ondersteuningsrelatie zijn ook vertrouwen en verbondenheid. Het is essentieel dat een vertrouwensrelatie kan groeien. Vertrouwen kunnen de professionele begeleiders niet afdwingen. Het is een waarde die ongedwongen tot stand komt als begeleiders kwaliteitsvolle ondersteuning bieden. Vertrouwen betekent het kunnen rekenen op de trouw van de ander. Er groeit een persoonlijke band en wederzijdse verbondenheid. Langzamerhand kan er een verbond tot stand komen: de professionele begeleiders en de persoon met een handicap engageren zich wederzijds en vertrouwen op dit engagement.

Afstand én nabijheid

Uitgangspunt van een professionele ondersteuningsrelatie is een liefdevolle grondhouding van de begeleiders. Liefde heeft een lichamelijke en geestelijke dimensie. Ze drukt zich uit in lichamelijke nabijheid en geestelijke verbondenheid. Alhoewel deze persoonlijke dimensies belangrijk zijn, mag een ondersteuningsrelatie geen persoonlijke relatie worden zoals met een partner. De lichamelijke en geestelijke nabijheid moet steeds in evenwicht zijn met de afstand die eigen is aan een professionele werkrelatie.
De grens in dit evenwicht tussen professionele afstand en persoonlijke nabijheid verschilt van mens tot mens. Daartoe leren de professionele begeleiders de grenzen van de persoon met een handicap kennen en respecteren. Dit leren ze alleen door die grenzen bespreekbaar te maken met de persoon met een handicap en door ervaring. De begeleiders helpen elkaar daarbij. Ze leren ook hun eigen grenzen kennen en afbakenen door zichzelf voortdurend te bevragen over hun functioneren in de ondersteuningsrelatie.

Privé en werk

Betrokkenheid en nabijheid kunnen professionele begeleiders ertoe brengen personen met een handicap bij hen thuis te ontvangen. Een dergelijk initiatief kan verantwoord zijn maar moet afgetoetst worden in het multidisciplinair team. De begeleiders overleggen samen of het initiatief een passende tegemoetkoming biedt aan de specifieke zorgvraag van de persoon met een handicap. Concreet betekent dit dat begeleiders personen met een handicap niet thuis kunnen ontvangen zonder overleg met collega’s en zonder de toets aan de zorgvraag in dit overleg.
Bij dit overleg kunnen de begeleiders volgende elementen in overweging nemen:

  • Zijn er in de gewone zorg in het ortho(ped)agogisch centrum alternatieven om tegemoet te komen aan de zorgvraag van de persoon met een handicap?
  • Hoe kan een te grote afhankelijkheid van de persoon met een handicap ten opzichte van de begeleider vermeden worden?
  • Hoe kan het initiatief verantwoord worden voor de andere personen met een handicap?
  • Hoe kan het initiatief verantwoord worden voor de familie of het persoonlijk netwerk van de persoon met een handicap?
  • Hoe kan de persoonlijke levenssfeer van persoon met een handicap beschermd worden?
  • Hoe kan de persoonlijke levenssfeer van de begeleider beschermd worden?
  • Hoe kan de verhouding tussen draagkracht en draaglast van de begeleider in evenwicht blijven?
  • Hoe kunnen negatieve gevolgen voor de familieleden van de begeleider vermeden worden?
  • Hoe kan een concurrentiele verhouding tussen begeleiders vermeden worden?


Besluit

De persoon-in-relatie 

We hebben een zo ruim mogelijke visie op de professionele ondersteuningsrelatie ontwikkeld door deze te benaderen vanuit de persoon met een handicap, de professionele begeleider en de ondersteuningsrelatie zelf. Als een rode draad doorheen de visie loopt de fundamentele opvatting dat we de persoon niet benaderen als een op zichzelf staand individu, maar als een persoon-in-relatie. De persoon met een handicap en de professionele begeleiders staan in relatie tot elkaar, tot hun sociaal netwerk en tot de maatschappij. Een consequentie van deze relationele benadering is het belang van het overleg tussen de persoon met een handicap, de professionele zorgverleners en hun sociale netwerken.

Overleg tussen alle betrokkenen

In dit overleg zijn de attitudes heel belangrijk: respect voor de ander, empathisch vermogen om zich in te leven in de leefwereld van de ander en waarachtigheid in woorden en daden.
Overleg begint steeds met het luisteren naar het levensverhaal en de wensen van de persoon met een handicap. De professionele begeleiders proberen, in dialoog met de persoon met een handicap, zijn of haar vertegenwoordiger en netwerk, dit verhaal en deze wensen van binnenuit aan te voelen en te begrijpen. Ze proberen het te verhelderen en te verdiepen door zichzelf en de betrokkenen te bevragen. Samen formuleren ze voorstellen om een bepaalde keuze te maken. Daarbij werken ze met de mogelijkheden van de persoon met een handicap en zijn of haar netwerk, rekening houdend met de beperkingen. Samen overwegen ze de voor- en nadelen en ze proberen elkaar wederzijds te motiveren voor een bepaalde keuze. Daarbij hebben ze respect voor mekaars opvattingen en aandacht voor mekaars gevoelens. Samen proberen ze tot een consensus te komen. Daarvoor nemen ze de nodige tijd en volgen ze het tempo van de persoon met een handicap en zijn of haar netwerk.

“We dragen zorg voor elkaar,
opdat ons leven kwaliteitsvol en zinvol blijft en heilvol voor velen”
(Missie van de Broeders van Liefde in België)


Download hier de tekst in pdf:
 

 

Leden van de werkgroep ethiek in de ortho(ped)agogische zorg:

Bellingen, Huize Terloo: mevr. Patty Martens
Brecht, O.C. Clara Fey: mevr. Lutgart Willockx
Brussel, Koninklijk Instutuut Woluwe O.C.: dhr. Olivier Givron
Gent, O.C. Sint-Jozef: dhr. Dirk Van De Loock en mevr. Brigitte Van Overbeke
Gent, Provincialaat Broeders van Liefde: dhr. Axel Liégeois
Gentbrugge: K.O.C. Sint-Gregorius: dhr. Luc Moortgat en dhr. Bart Verheyden
Gijzenzele, De Beweging
Leuven, Het Roerhuis
Lummen, O.C. Sint-Ferdinand: dhr. Marc Ulenaers
Roeselare, O.C. Sint-Idesbald: dhr. Bart Deklerck en dhr. Jos Maertens
Vurste, O.C. Br. Ebergiste: mevr. Ann Dobbelaere

Advies goedgekeurd door de Bestuursraad Ortho(ped)agogische Zorg op 11 december 2006 en
[door de Raad van Bestuur van de VZW Provincialaat der Broeders van Liefde op 13 december 2006.]

Contactpersoon: Axel Liégeois
E-mail: axel.liegeois@broedersvanliefde.be

Literatuurlijst

E. Bosch, Visie en attitude: respectvolle bejegening van mensen met een verstandelijke handicap, Baarn, H. Nelissen, 1997, 3de druk, 159 p.
P. Gesquière en J. Janssens, Van zorg naar ondersteuning: ontwikkelingen in de begeleiding van personen met een verstandelijke handicap, Houten, Bohn Stafleu Van Loghum, 2000, 85 p.
Ad Van Gennep, Emancipatie van de zwaksten in de samenleving: over paradigma’s van verstandelijke handicap, Amsterdam, Boom, 2000, 176 p.
Missie van de Broeders van Liefde – Sector Orthopedagogische Zorg, Gent, Provincialaat Broeders van Liefde, 1998.

Gerelateerde wetenschappelijke artikels
Eén van de kernproblemen in de relatie tussen begeleiders en personen met een handicap is het omgaan met vrijheid en dwang: hoe kunnen we zoveel mogelijk de vrijheid van de persoon met een handicap respecteren en bevorderen, en wanneer is het ...
De werkgroep ethiek in de ortho(ped)agogische wil de begeleiders en de directies uitnodigen om aan de hand van dit advies kritisch na te denken over en om te gaan met het seksueel gedrag van personen met een handicap. Seksualiteit behoort immers tot ...
Met dit advies wil de visiegroep ethiek een ethisch houvast bieden bij het omgaan met de nieuwe media. Hierbij kiest de visiegroep voor het perspectief van de personen met een beperking: de invalshoek van de medewerkers en de organisatie komt immers ...
Met dit advies wil de visiegroep ethiek een houvast bieden bij het omgaan met verantwoordelijkheid in de voorzieningen voor welzijn en de scholen voor buitengewoon onderwijs van de Broeders van Liefde. We focussen op de verantwoordelijkheid in de ...

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte