Spiegeltje, spiegeltje aan de wand...
Met zijn 14.500 werken we bij Broeders van Liefde. Allemaal zijn we een beetje gelijkend maar ook een beetje verschillend en dat komt tot uiting in hoe we ons kleden, welk kapsel we hebben, hoe we ons lichaam versieren, met welke religieuze symbolen we ons tooien en of we al dan niet een uniform moeten dragen. Enkele medewerkers vertellen iets over hun uiterlijk en over hoe ze omgaan met de soms onuitgesproken regels op het werk. Hoe open-minded zijn onze medewerkers? En hoe open-minded is Broeders van Liefde?
Diversiteit en inclusie. Die twee begrippen staan vandaag hoog op de agenda van Broeders van Liefde. Waarom hechten wij daar steeds meer belang aan en hoe krijgen ze een plek binnen de organisatie? En hoe gaan wij dag na dag om met verschillen tussen onze leerlingen, patiënten, bewoners en medewerkers?
Ga naar de themapagina diversiteit en inclusie om er alles over te ontdekken, of lees onze jaarbrochure over dit onderwerp.
“Tattoos zijn voor mij zoals een juweel dat je niet kan kwijtspelen. Ik hou van de schoonheid van een tekening die je voor de rest van je leven meedraagt”
Tattoos en lange mouwen
Zoë Ceulemans, leerkracht hout, bouw & schilderen en vrije tijd, BuSO De Regenboog in Lier
Haar stijl?
Zoë: “Ik begon tattoos te zetten als een manier om dingen te verwerken en mensen die belangrijk voor mij zijn, te vereeuwigen. Ze zijn een vorm van zelfexpressie. Ik heb van iedereen in mijn familie een symbolische tattoo op mijn arm. Het gaat bij mij echt om de schoonheid van de tekening die ik voor de rest van mijn leven kan meedragen en die ik niet kan kwijtspelen zoals bijvoorbeeld een juweel.”
Wat de school voorschrijft?
Zoë: “Tattoos waren, toen ik 3 jaar geleden startte als leerkracht op deze school, niet echt toegelaten. Nu zijn kleine, niet aanstootgevende tattoos geen taboe meer en mag je ze laten zien. Als het er meer zijn, heeft het schoolbestuur liever dat ze bedekt worden. Een speciale haarkleur of piercings – zolang ze niet afschrikwekkend zijn – vormen geen probleem. Iedereen is gelijkwaardig. Ik ben trots op mijn tattoos en laat ze natuurlijk liever zien, maar kan mij wel vinden in de visie van de school.”
Wat de anderen zeggen?
Zoë: “Ik werk altijd met lange mouwen zodat mijn tattoos bedekt blijven. Enkel tijdens uitstappen of openluchtklassen mag ik t-shirts dragen. Niet alle leerlingen op school weten dus dat ik tattoos heb. Leerlingen die ze wel gezien hebben, geven me er complimenten over. Als leerlingen vragen zouden stellen, zou ik er absoluut geen probleem mee hebben om die te beantwoorden. Op onze school mogen ze altijd hun eigen mening geven, iedereen is tenslotte anders. Ik zal hen dan ook uitleggen dat je een tattoo niet lichtzinnig laat zetten, maar er altijd goed over moet nadenken.”
“Als kinderen ongemakkelijk reageren op mijn oorring vertel ik hen waarom piraten die vroeger droegen”
OORRING EN KOSTUUM
Thijs is leerkracht in basisschool Don Bosco in Baarle.
Zijn stijl?
Thijs: “Ik vind het belangrijk om als leerkracht een verzorgd voorkomen te hebben. Ik probeer zoveel mogelijk in kostuum naar school te komen. Mensen vormen heel snel een mening over anderen, dus is het goed dat die eerste mening positief is. In mijn vrije tijd draag ik ook af en toe een kostuum. In het weekend vind ik het ook wel eens leuk om losse
kledij te dragen. Mijn kostuums doe ik niet aan naar feestjes of afspraken met vrienden uit angst dat ze vuil zullen worden. Daarnaast draag ik ook een kleine oorring in mijn rechteroor.
Wat de school voorschrijft?
Thijs: “De school heeft hier geen regels over. We beseffen natuurlijk allemaal dat er grenzen zijn die moeten gerespecteerd worden. Collega’s zijn echter professioneel genoeg om daarover zelf te beslissen.”
Wat anderen zeggen?
Thijs: “De reacties zijn heel divers. Sommige collega's moedigen het dragen van mijn oorring aan. Ze vinden niet dat je jezelf anders moet voordoen. Anderen raden mij aan om hem tijdens de uren uit te doen om reacties van ouders te vermijden. Ach, ik heb er eigenlijk weinig last van. De leerlingen reageren vooral nieuwsgierig. Als ze ongemakkelijk
reageren vertel ik hen waarom piraten vroeger een ring droegen. Dat vind ik zelf een leuk weetje en zo verander ik subtiel van onderwerp.”
“Wie zijn uiterlijk wat verandert, krijgt wel eens een complimentje, maar daarna is het back to business. Het is niet de bedoeling dat je uiterlijk op de voorgrond staat”
SOBERE KLEDIJ KLEURRIJK KAPSEL
Katleen werkt als leefgroepbegeleidster in psychiatrisch ziekenhuis Asster in Sint-Truiden
Haar stijl?
Katleen: “Ik hou eraan om gewassen en gestreken voor de dag te komen in een sobere stijl. Mijn kledij moet evenwel comfortabel zijn zodat ik me vlot kan bewegen. Om dezelfde reden draag ik ook stevig, plat schoeisel. Vul dat aan met een zeer lichte dagmake-
up (wat mascara en eventueel een eyeliner) en een tof kapsel en ik ben klaar. Ik ga trouwens graag naar de kapper. Tot voor kort had ik roze haar, maar nu is het lichtgrijs naar
de witte kant. Verandering vind ik tof. Ten slotte heb ik 7 bescheiden, zichtbare oorpiercings.”
Wat het psychiatrisch ziekenhuis voorschrijft?
Katleen: “In onze afdeling, de kinderpsychiatrie, dragen we geen uniformen, noch hebben we kledingvoorschriften omwille van de veiligheid. Er zijn uiteraard ongeschreven verwachtingen, afgestemd op ons werk met kinderen. We hebben een voorbeeldfunctie. Casual kan zeker (sportschoenen, een short bij erg warm weer), maar geen superhoge hakken, diepe decolletés, slippers in de zomer... We moeten ons vlot kunnen bewegen, tijdens de pauze buiten op het sportveldje kunnen meedoen, de jongere veilig kunnen ondersteunen als die doorschiet in agressie of een vluchtpoging onderneemt. Van medewerkers wordt wel verwacht dat we ons hoffelijk en wellevend gedragen, dus kledij met provocerende, politieke, uitgesproken filosofische of religieuze boodschappen zal je hier niet tegenkomen uit respect voor ons divers publiek en voor onze medecollega's. Daarbinnen is er dan nog genoeg ruimte voor leuke dingen, creatieve kapsels bijvoorbeeld: een speciaal kleurtje of haar voorbij schouderlengte bij de mannen.”
Wat de anderen zeggen?
“Als je aandacht bij je werk is en de jongeren je prioriteit zijn, dan is de rest bijzaak. Wie zijn uiterlijk wat verandert, krijgt wel eens een complimentje, maar daarna is het back to business. Sommige jongeren en collega's reageren wel als ik eens van coupe verander. Dat is prima, maar dat is zeker niet het doel, zelfs niet bij een opvallend kleurtje. Ik doe dat voor mezelf.”
Kort gebroekt
Stijn en Johan zijn leerkrachten in BuSO Styrka in Gent
Hun stijl?
Stijn en Johan: “Kort. Korte broek, korte mouwen. Wij hebben het altijd warm.”
Wat de school voorschrijft?
Stijn en Johan: “Spaghettibandjes mogen niet, te korte rokjes, hemden slordig in de broek, extravagante kledij: daar hebben we wel wat regels over. Het is niet de bedoeling dat er aanstootgevende kledij gedragen wordt.”
Wat de anderen zeggen?
Stijn: “‘Dat is hier niet de bedoeling hé, meneer’, kreeg ik op 1 van mijn vorige scholen te horen toen ik op dag 1 in korte broek klaarstond. Ik besloot dan maar een lange broek te dragen, maar van zodra het weekend startte, trok ik die natuurlijk uit (lacht). Hier is het
nooit een probleem geweest. Onze jongeren met autisme begrijpen het wel niet altijd. Voor hen staan de herfst en de lente gelijk aan een lange broek, ongeacht wat de temperatuur is. Ook op een warme winterdag dragen zij hun dikste jas.”
Johan: “Ik krijg meer commentaar op het feit dat ik geen kousen draag in mijn sandalen dan op mijn korte broek (lacht). Een korte broek maakt het gewoon makkelijker. In crealessen is er minder gevaar op vlekken en het zit gewoon goed.

VERDER LEZEN?
Ga naar de themapagina diversiteit en inclusie voor meer verhalen, interviews, onze visie op diversiteit & inclusie ... , of bekijk de jaarbrochure over dit onderwerp.