Laat elke minister beetje minister van zorg en onderwijs zijn
Laat elke minister beetje minister van zorg en onderwijs zijn
*** OPINIE ***
De gezondheidszorg en het onderwijs van de toekomst zullen niet alleen efficiënter, maar vooral holistischer en geïntegreerder zijn. Met focus op een sterk preventiebeleid. Dat is pas winst.
“De middelen moeten efficiënter ingezet worden”, zo stelt men steeds weer in politieke kringen. Maar het sap is stilaan uit de citroen. En nu de Europese Commissie ons land op het strafbankje heeft geplaatst vanwege het buitensporige begrotingstekort en een hervorming van de gezondheidszorg aanbeveelt, moeten we dringend op een andere manier gaan koken in plaats van met steeds minder ingrediënten dezelfde soep te proberen bereiden. Ehm oké, maar hoe dan?
We pleiten voor een holistische visie op gezondheid, welzijn en onderwijs. Een visie waarbij sterk ingezet wordt op preventie. Waarbij over domeinen heen nagedacht wordt over de impact van maatregelen in plaats van de problemen die zich aandienen af te schuiven op het departement dat daarvoor verantwoordelijk is, maar op de oorzaken vaak geen impact heeft. Onderzoek bevestigt bijvoorbeeld dat mensen die in armoede leven vaker kampen met psychische problemen en chronische somatische aandoeningen. Ze stellen hun bezoek aan professionele hulpverlening uit en kunnen meestal niet terugvallen op een hospitalisatieverzekering. Het negatieve effect van milieuproblemen op de gezondheid staat niet ter discussie. En toch bleven duurzaamheid en ecologie onder de radar in de recente verkiezingsprogramma’s.
In onze eigen kinderpsychiatrische afdeling Fioretti in Gent zagen we het aantal agressie-incidenten met 70 procent dalen sinds het masterplan dat focust op healing environment met licht, lucht, groen, natuur en kleur. Ja, een aangepaste infrastructuur draagt bij aan de doelstelling van humane zorg en het beperken van vrijheidsbeperkende maatregelen.
Al dan niet inzetten op goeie werkomstandigheden impacteert de fysieke en geestelijke zorg van mensen. De sterke toename van burn-outs is daar een voorbeeld van.
Om de enorme stijging van gedwongen opnames – +50% in 10 jaar tijd – dan weer te laten dalen, is de modernisering van de regelgeving een belangrijke stap waar we hard aan mee timmerden. Maar er zal ook voldoende geïntensifieerde zorgomkadering nodig zijn en zeker ook onderzoek naar de maatschappelijke oorzaken van die stijging om in andere domeinen preventief aan de slag te kunnen.
Nog een voorbeeld? Elke keer weer botsen we in onze werking op het vinden van gepaste huisvesting voor de groep cliënten met een chronisch ziektebeeld of een beperking. Beleidsmakers dienen meer dan ooit aandacht te besteden aan betaalbaar en kwalitatief wonen voor kwetsbare groepen, want dat heeft een impact op gezondheid maar ook op pakweg de studieresultaten van inwonende kinderen. En dan zijn er nog de knelpunten rond verschillende regelgevingskaders en personeelsstatuten die een goed HR-beleid in onderwijs onmogelijk maken en samenwerkingen over sectoren heen vaak nodeloos complex. Terwijl we door de dingen samen en geïntegreerd aan te pakken, de onderwijs- of zorgnoden net zouden kunnen lenigen.
Studies bewijzen dat die primaire vorm van preventie het grootste rendement oplevert, en toch blijft het budget ervoor ondermaats. Hoe valt dat te rijmen? Het blussen van een brand is nu eenmaal dringender (en nieuwswaardiger), dan het hangen van rookdetectors. En specifiek voor ons land behoort preventie tot de bevoegdheid van de deelstaten, het rendement komt ten goede van het federale niveau. Alstublieft: breng in een volgende staatshervorming preventie en behandeling opnieuw samen.
Zelfde verhaal trouwens als we naar ons onderwijs kijken. Wat we niet nodig hebben, zijn ministers die alleen naar hun eigen departement kijken. Wat we wél nodig hebben zijn ministers die zonder breuklijnen tussen departementen, denken in het belang van de gezondheid, het welzijn en de kansen van kinderen. Die hun maatregelen aftoetsten met een ‘kindcheck’ met oog voor gezinsondersteuning, welbevinden, talentontwikkeling, gezondheid of streven naar excellentie en kwalificatie. En die samen een geïntegreerd antwoord bieden op de complexe context waarin kinderen vandaag opgroeien. Altijd weer met focus op het kind. Klantgericht. Denk maar aan de minister van Cultuur & Media die toegangstickets duurder of goedkoper maakt en cultuur zo (on)bereikbaarder maakt voor scholen, de minister van Mobiliteit die met een fietsbeleid de zelfredzaamheid, autonomie en verkeersveiligheid van kinderen kan verbeteren, de minister van Werk die bedrijven met scholen kan verbinden, de minister van Sport die geld kan vrijmaken om schoolinfrastructuur buiten de lesuren beschikbaar te stellen om meer beweging mogelijk te maken, de minister van Natuur & Omgeving en de minister van Energie die de daken van scholen kunnen helpen volleggen met zonnepanelen om de energiekosten te drukken zodat meer middelen naar de klas kunnen gaan.
Gezondheidzorg, welzijn en onderwijs zijn essentiële diensten in een welvaartstaat, het minimum minimorum van wat elke burger verwacht van haar overheid. Om die in de toekomst te borgen en te verstevigen, moeten we de citroen niet verder uitpersen. We moeten geïntegreerder kijken naar deze domeinen. De ministers van andere departementen, zoals armoedebestrijding, milieu, werk of wonen … tot en met de premier en de ministers-presidenten, moeten in hun beleid keuzes maken die de zorg of het onderwijs versterken. We pleiten er meer dan ooit voor om niet langer in aparte potjes te roeren. Alleen door samen anders te koken, zullen we de basisdienstverlening – goeie zorg en goed onderwijs – die elke burger van haar overheid verwacht, kwalitatief kunnen houden.
Namens het bestuursorgaan Broeders van Liefde
Het bestuursorgaan zijn Raf De Rycke (voorzitter), Koen Oosterlinck (dagelijks bestuurder), Yves Demaertelaere, Nicolas Vandeweerd, Stefan Van Sevecotte, Br. Frans Van Hoorde, Br. Luc Lemmens, Br. Veron Raes, Greta D’Hondt, Jan Smets, Paul Gemmel, Rik Goetinck, Tine Van Regenmortel, Veerle Hendrickx