Sociaal ondernemerschap is niet enkel weggelegd voor sociale economiebedrijven
Een socialere economie alsjeblief!
Het nieuwe decennium startten we met een kersverse sectorcoördinator voor de sociale economie: Petra Matthys. Nog maar een half jaar aan de slag in haar nieuwe functie en al meteen een interview geven voor de jaarbrochure. Petra wordt er een tikkeltje nerveus van, maar eens ze op dreef is, valt ze niet meer te stoppen. De uitdagingen zijn dan wel groot, Petra’s enthousiasme en dromen voor de sector zijn nóg groter. Bovenaan haar agenda: meer samenwerken om tot een socialere en meer duurzame economie te komen.
Petra Matthys is sectorcoördinator voor de sociale economie bij Broeders van Liefde, we blikken met haar vooruit naar 2030. Hoe hoopt ze dat haar sector er binnen 10 jaar uit zal zien?
“Voor ik als sectorcoördinator aan de slag ging, was ik administratief logistiek directeur bij MFC Gregorius en OC De Beweging in Gentbrugge en daarvoor kwam ik uit de bankenwereld”, vertelt Petra voor we aan het interview beginnen. “Het was een grote switch, maar wel een bewuste keuze. Doorheen mijn carrière heb ik verschillende paden bewandeld. Ik werkte eerst met ‘het hoofd’ in verschillende functies in de bankenwereld. Maar ik voelde dat ik niet in evenwicht was en wou op een duurzamere manier iets betekenen. Ik wou een verschil maken. Daarom veranderde ik van job en ging werken bij Triodos Bank. Ik miste echter nog steeds iets: werken met ‘het hart’, het menselijke, sociale aspect. Ik was dus op zoek naar een job waar die drie pijlers – hoofd, duurzaamheid, hart – in evenwicht komen. Dat bracht me bij de sociale economie. Het heeft bijna 25 jaar geduurd voor ik ontdekte in welke sector ik het beste pas. Het voelt nu eindelijk als thuiskomen. Ik vind het een topjob.”
"We gaan er steeds vanuit dat doelgroepmedewerkers diegene zijn die zich moeten aanpassen. Waarom stellen we ons niet als doel dat de verandering bij de bedrijven start?"
Waar wil jij dat je sector staat in 2030? Wat wil je zeker bereikt hebben?
Petra Matthys: “Ik ben economist. 10 jaar vooruitkijken is heel lang. Zeker nu corona al een jaar ons leven domineert en voor veel veranderingen en onzekerheden zorgt. Ik heb geen specifiek doel voor de sector, maar heb wel iets waar ik me voor wil inzetten: samenwerken, op verschillende niveaus. Ik schets die intentie meestal als drie cirkels. De eerste cirkel zijn samenwerkingen binnen de sector sociale economie, dus tussen de sociale economiebedrijven zelf. Als dat goed loopt, wil ik werken aan de volgende cirkel: samenwerkingen tussen sociale economie en andere sectoren binnen Broeders van Liefde. Wat dat betreft kunnen we nog werken aan bekendheid. Eigenlijk zijn we ook binnen de organisatie zelf nog niet voldoende gekend en weten veel scholen en voorzieningen nog niet wat wij voor hen kunnen betekenen. De derde en laatste cirkel zijn samenwerkingen met de reguliere economie. Een collega zei eens: “Jouw functie zou niet coördinator, maar samenwerkingsarchitect moeten heten.” Mijn doel is groeien als sector en tegelijk meer en meer collega’s op maat begeleiden naar een duurzame job.”
Waar droom jij van voor jouw sector?
Petra Matthys: “Ik vind het goed om doelen en dromen te hebben, maar voor mij is de weg ernaartoe, hoe en met wie je die bewandelt, even belangrijk. Des te meer omdat het doel op lange termijn een zodanige fixatie kan worden dat je andere zaken uit het oog verliest. Dat gezegd zijnde hoop ik de economie socialer en duurzamer te maken door samenwerking of inclusie en zo mee te bouwen aan een andere economie waar gewone bedrijven inclusiever worden. Sociaal ondernemerschap is niet enkel weggelegd voor sociale economiebedrijven. Sociaal ondernemen gaat over impact creëren en evolueren naar een wereld waar ook gewone ondernemers uiteindelijk producten of diensten aanbieden die zowel op sociaal, duurzaam als economisch vlak een meerwaarde hebben. Neem nu bijvoorbeeld de zorg. We staan aan de vooravond van een exponentiële vergrijzing van het zorgpersoneel. De in- en uitstroom van het personeel is steeds minder in evenwicht. Een mogelijke oplossing is mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt naar die jobs begeleiden. Ook in de gewone economie zien we heel wat knelpuntberoepen ontstaan. Zo zijn er weinig aanmeldingen voor jobs zoals schoonmaker of hulpkok. Waarom zouden we onze medewerkers uit maatwerkbedrijven niet kunnen aanbieden en hen hierin begeleiden? Ik ben er van overtuigd dat daar opportuniteiten liggen en ik hoop die brug tussen sociale en reguliere economie te kunnen bouwen.”
Welke uitdagingen liggen nog op jouw pad de komende 10 jaar?
Petra Matthys: “De sociale economie wordt voor ongeveer 40% gesubsidieerd, 60% komt uit inkomsten van de reguliere economie. In onze sector zijn er bovendien geen structurele subsidies voor infrastructuur waarmee we zouden kunnen investeren in gebouwen. Hopelijk kan dit ooit veranderen.
Daarnaast hoop ik mee te bouwen aan de koopkrachtverhoging van de medewerkers, nu maar ook later, als ze op pensioen zijn.
Een andere uitdaging is de versnippering binnen de sector sociale economie. Vroeger waren er de beschutte en de sociale werkplaatsen. Die zijn de afgelopen jaren geëvolueerd naar maatwerkbedrijven, maar de twee doelgroepen zouden nog beter kunnen samenwerken. Daar zie ik echt wel potentieel. We moeten als sociale economiebedrijven de krachten bundelen en sociale economie echt op de kaart zetten.
Tot slot vind ik het ook belangrijk dat we onszelf de komende 10 jaar binnen de groep Broeders van Liefde meer zichtbaar maken en kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen. Onze maatwerkbedrijven leveren echt schitterend werk. Groep Weerwerk heeft tijdens het Van Eyck-jaar de banners van de gebouwen gehaald en er hippe tassen van gemaakt. Ze worden verkocht door Stad Gent, maar slechts enkelen weten dat Weerwerk daar achter zit. Broeders van Liefde heeft ook Kringwinkels, maar ook dat weten er velen niet. We werken binnen de voeding aan de korte keten met pluktuinen, bioboerderijen… Binnen de sociale economie dragen we duurzaamheid hoog in het vaandel. Ik ben er van overtuigd dat dat aanstekelijk kan werken voor de andere sectoren binnen Broeders van Liefde en hoop dat we een inspiratiebron kunnen zijn voor een duurzame en circulaire wereld.”
Wat zal volgens jou het belangrijkste gevolg zijn van de coronacrisis binnen jouw sector?
Petra Matthys: “Tijdens corona moesten veel bedrijven sluiten. Ze zagen hun inkomsten wegvallen en moesten creatief zijn om het hoofd boven water te houden. Ook de sociale economie kreeg zware klappen. Veel collega’s werden tijdelijk werkloos. De ene heeft financieel zwaardere klappen gekregen dan de andere. Maar als ik kijk naar onze sociale economiebedrijven en hoe zij de crisis met tonnen flexibiliteit en creativiteit hebben aangepakt, ben ik heel trots. Ze hebben er alles aan gedaan om zo snel mogelijk zo
veel mogelijk medewerkers terug te laten opstarten, om hen zo de broodnodige dagelijkse structuur te bieden. Al bij al hebben we de coronacrisis goed doorstaan.
"Ik vind het goed om doelen en dromen te hebben, maar voor mij is de weg ernaartoe, hoe en met wie je die bewandelt even belangrijk."
Hoe zie jij de sector sociale economie evolueren tegen 2030?
Petra Matthys: “Er wordt steeds gesproken over activering van mensen en doelgroepmedewerkers worden aangespoord om actiever te zijn. Maar zouden we niet beter de gewone economie helpen om de omgekeerde beweging te maken? Er zijn veel bedrijven die
nog steeds streven naar winst op aandeel en waar efficiëntie heel belangrijk is. Werknemers moeten steeds productiever worden. Doelgroepmedewerkers kunnen dat tempo niet aan. We gaan er steeds vanuit dat doelgroepmedewerkers diegene zijn die zich moeten aanpassen. Waarom stellen we ons niet als doel dat de verandering bij de bedrijven start? Op die manier kunnen we zorgen voor een samenleving die sociaal en inclusief is voor iedereen.”