"Wij moeten het signaal geven dat het zo niet verder kan"
Onze organisatie in 2030
Kan je een organisatie leiden zonder vooruit te denken? “De blik vooruit is essentieel voor elke organisatie”, stelt Raf De Rycke. Maar als we Koen Oosterlinck vragen waar hij wil dat de organisatie Broeders van Liefde in 2030 staat, moet hij toch even nadenken. 10 jaar vooruitblikken is voor een realist als hij niet evident. “Vooruit kijken en plannen is belangrijk, maar je mag jezelf daar ook niet in verliezen. Iedere nieuwe dag is de belangrijkste.” Een interview over leven in het nu en de uitdagingen en dromen voor de toekomst van onze organisatie.
- Raf is voorzitter van de organisatie Broeders Van Liefde
- Koen is dagelijks bestuurder van de organisatie Broeders Van Liefde
“Het is een must om vooruit te denken”, steekt Raf enthousiast van wal. “We moeten voortdurend kijken wat de toekomst te bieden heeft en wat de mogelijkheden zijn. Maar ik weet het. Het is makkelijker gezegd dan gedaan. Er zijn altijd zaken in het nu die dringender zijn en onze aandacht vragen. Als we echter blijven uitstellen om over de middellange termijn na te denken, zullen we daar de gevolgen van ondervinden. Trouwens, een focus op de lange termijn helpt ook om korte termijn problemen in de goede richting te sturen.” Koen Oosterlinck zit naast hem en is het met hem eens, al maakt hij een belangrijke kanttekening: “Januari 2030 is niet meer of minder belangrijk dan juni 2021. Vooruit kijken en plannen is belangrijk, maar we mogen onszelf daar ook niet in verliezen. Iedere nieuwe dag is de belangrijkste.”
Een eeuwig spanningsveld dus tussen de korte en de lange termijn…
Raf De Rycke: “Misschien wel. Als we vandaag goede resultaten op strategisch niveau kunnen voorleggen, dan is dat overwegend het gevolg van beslissingen die misschien al 5 of 10 jaar geleden genomen werden. De vraag die we ons dus moeten stellen is welke de strategische beslissingen zijn die we vandaag nemen, zodat we binnen 5 of 10 jaar even goede of nog betere resultaten kunnen voorleggen.”
Raf, jij bent duidelijk een pleitbezorger voor strategisch langetermijndenken.
Raf De Rycke: “Absoluut. In de praktijk uit zich dat bijvoorbeeld in de opmaak van lange termijn begrotingen. Vroeger hadden we de gewoonte om een begroting op te maken voor één jaar. Nu doen we dat al voor drie jaar. Maar eigenlijk zouden we daarin nog verder moeten gaan. Stel dat we vandaag beslissen om een nieuwe school te bouwen. Dan gebeurt dat vaak met subsidies en moet je vele jaren een vergoeding terugbetalen aan de overheid. Die subsidie en vergoeding zijn gekoppeld aan het aantal leerlingen. Stel dat je leerlingenaantal in de toekomst daalt, dan kom je in de problemen bij het nakomen van je verplichtingen. Je moet altijd risico’s nemen maar door de toekomst goed in te schatten kan je vooral verantwoorde risico’s nemen. De toekomst is natuurlijk zeer moeilijk te voorspellen, maar daar mag je je niet achter verstoppen. Het is juist daarom dat je er over moet nadenken.”
Laten we dat eens doen. Noem eens 1 iets waar we meer dan ooit aandacht voor moeten hebben de komende 10 jaar…
Koen Oosterlinck: “Het zal anders zijn binnen 10 jaar: hopelijk beter, maar misschien minder goed. Iedere tijd heeft zijn goede en slechte kanten. Iedere dag op zich heeft zijn waarde, zo sta ik zelf ook in mijn werk en mijn leven. Dat klinkt misschien niet ambitieus, maar ik wil de kern van goed doen voor mensen rondom ons niet verliezen. Daarom vind ik het belangrijk om vooral een sterk coachend medewerkersbeleid te voeren. We vormen een groep met prachtige mensen die elkaar dag na dag blijven voeden en steunen. We mogen elkaar onderweg niet verliezen omdat het te zwaar wordt. Dat is mijn droom.“
Raf De Rycke: “Er is ook de samenwerking tussen de familie (de congregatie) en het bedrijf (de organisatie), die nog steeds bijzonder goed is. Die samenwerking is verankerd via de aanwezigheid van broeders in het bestuursorgaan. We voeren nog steeds samen het beleid, ontwikkelen samen visieteksten, stelden samen een nieuwe missie op. Dat zijn belangrijke verwezenlijkingen die we ook de komende jaren samen willen blijven doen. We zien wel dat het aantal broeders sterk afneemt en dat de broeders steeds ouder worden. We zullen dus goed moeten nadenken over hoe we het spiritueel erfgoed van de Broeders van Liefde zullen voortzetten. Bij andere organisaties die ontstaan zijn vanuit een congregatie zien we vaak dat men wacht om daarover na te denken tot deze ophoudt te bestaan. Dat vind ik bijzonder jammer.”
"Waar we in 2030 willen staan drukken we niet uit in cijfers"
En als jullie naar 2030 kijken. Waar moeten we dan staan als organisatie?
Koen Oosterlinck: “We hebben natuurlijk onze doelstellingen over één of meerdere jaren vertaald in projecten en cijfers. Dat zijn bakens waarop we ons beleid richten, maar tegelijk blijven we attent voor wat dagelijks rond ons gebeurt. Waar we in 2030 willen staan, drukken we ook niet zozeer uit in cijfers. Ons aantal werknemers laten stijgen met 10% is voor mij bijvoorbeeld geen doelstelling. Blijven doen wat we doen en dat ook goed doen; dat is een doelstelling voor mij.”
Raf De Rycke: “En daarvoor zullen we niet enkel ‘out of the box’ moeten denken, maar ook op zoek moeten gaan naar ‘new boxes’. Een mooi voorbeeld is Reakiro, een laagdrempelig inloophuis voor mensen met zingevingsvragen en levenseindevragen. Reakiro is in wezen ook een onderzoeksproject, iets wat heel belangrijk zal zijn in de toekomst. We willen ons ethisch beleid, en dan heel concreet het euthanasiedossier en de zorgvuldigheidscriteria, uitwerken, verfijnen en verdiepen op basis van wetenschappelijk onderzoek. En dan is er natuurlijk onze grote en complexe organisatie waar we aan moeten blijven timmeren. Het is een bouwwerf, zowel inhoudelijk als structureel. De kwaliteit optimaliseren, de dienstverlening verbeteren, werken aan onze organisatiestructuur: het is een eindeloze zoektocht. Ik vergelijk het graag met de mooie basiliek Sagrada Familia die volgens sommigen ook nooit afgewerkt zal geraken. Laten we 2030 als een tussenfase zien. Organisatie Broeders van Liefde is een perpetuum mobile.”
Toch zal het geen simpel decennium zijn. Er is de coronacrisis, de klimaatcrisis, de migratiecrisis...
Raf De Rycke: “2020 was sinds de officiële waarnemingen in Ukkel het warmste jaar. Wij doen als organisatie al heel wat inspanningen, bijvoorbeeld op het vlak van energie, zoals de 400 zonnepanelen die een van onze scholen recent nog plaatste op haar dak, maar ook op vlak van duurzaam bouwen en verbouwen. Maar daar hangt wel een prijskaartje aan. Wij moeten onze verantwoordelijkheid nemen, maar ik vind dat we van de overheid ook op dit vlak meer inspanningen mogen verwachten, bijvoorbeeld door subsidiëring.”
Koen Oosterlinck: “Ook de evolutie rond diversiteit en inclusie verdient nog meer aandacht. Als organisatie zijn we de voorbije 10 jaar veel opener geworden. We handelen minder vanuit zelflegitimering, maar meer vanuit vertrouwen over hoe we onze organisatie kunnen laten evolueren en betere oplossingen kunnen bieden op vragen uit de verschillende sectoren. We hebben stappen durven zetten die eerst niet evident leken. We zijn bewuster in de spanningen verbonden aan de diversiteit in onze samenleving gaan staan. We zien tegenwoordig de neiging naar polarisering. Wij bij Broeders van Liefde geloven dat we meer verbondenheid moeten nastreven om zo een betere wereld te maken. Dag na dag in beweging blijven met mensen. Hoe kunnen we in de toekomst met een nog opener geest mensen die om de een of andere reden “anders” zijn in die beweging includeren?”
Raf De Rycke: “Ik was verrast toen ik onlangs las dat minstens 1 op de drie inwoners in België buitenlandse roots blijkt te hebben, iets wat in de toekomst bovendien alleen maar zal toenemen. Dat wil zeggen dat ook wij in onze werking nog meer zullen moeten inzetten op diversiteit en inclusie. Dat wordt de komende jaren een grote uitdaging. In dat kader ontwikkelden we afgelopen jaar een visietekst over diversiteit en inclusie met daaraan gekoppeld een aantal concrete actiepunten om dat in de praktijk te brengen.”
Het nieuwe decennium begon met een joekel van een coronacrisis. Wat heeft de organisatie eruit geleerd?
Koen Oosterlinck: “Tijdens de crisis moesten we constant onze werking aanpassen en we vroegen een nog grotere flexibiliteit dan anders. Ik vind het wonderbaarlijk hoe goed de medewerkers dat hebben opgevangen. Ik denk dat er heel veel ondernemingszin aan de dag is gelegd om al die nieuwe richtlijnen met zin voor verantwoordelijkheid én gezond verstand toe te passen en de doelstellingen na te komen. De verbondenheid binnen de organisatie die we vooropstellen, hebben we nooit losgelaten.”
Raf De Rycke: “Een aantal voorzieningen werden heel zwaar getroffen en onze medewerkers hebben zich enorm veerkrachtig getoond. Anderzijds creëerde deze crisis op organisatorisch vlak een aantal perspectieven. Het is een open deur intrappen, maar wat vroeger onmogelijk leek, zoals thuiswerken of online vergaderen, blijkt toch te werken. Verder bouwen op de flexibiliteit die daardoor ontstaat, is een grote uitdaging waar we voor staan.”
De coronacrisis zal volgens experts leiden tot heel wat maatschappelijke veranderingen. Waar hopen jullie op?
Raf De Rycke: “We leven in een maatschappij gedomineerd door het meritocratische gedachtegoed. Dat is het maatschappijbeeld waarbij de sociaal-economische positie van een individu bepaald wordt door de verdienste van die persoon in de samenleving. Daar wordt steeds meer belang aan gehecht. Ik vind dat een gevaarlijke benadering die bovendien haaks staat op onze missie. Wij willen opkomen voor die mensen die door omstandigheden niet kunnen bijdragen, maar net ondersteund moeten worden. Financiële toegankelijkheid is in dat kader belangrijk. Iedereen moet evenveel mogelijkheden en kansen krijgen. We moeten erover waken dat we niet evolueren naar een duaal zorg- en onderwijssysteem. Dan krijg je scholen voor kansarmen en scholen voor rijken. En dan zullen mensen die over voldoende middelen beschikken vrij snel geholpen kunnen worden en een heel kwaliteitsvolle behandeling krijgen. Maar mensen met minder vermogen krijgen die toegang dan niet en komen terecht op wachtlijsten. Met alle gevolgen vandien. Dat is een evolutie die mij zorgen baart en waar we als organisatie Broeders van Liefde samen met vele andere actoren een verantwoordelijkheid in dragen.”
Welke acties verwacht je dan van de politiek de komende jaren?
Raf De Rycke: “De commercialisering is de laatste jaren sterk toegenomen en dat zal ongetwijfeld alleen maar zo verder gaan. Wat we verwachten van de overheid is dat ze zorgen voor een gelijk speelveld. De overheid moet het kader creëren waarbinnen zowel de profit, de social profit als de not for profit kan werken aan dezelfde voorwaarden op vlak van kwaliteit en veiligheid, financiering, inspectie… Gelijke spelregels, dat is belangrijk.”
Zullen jullie binnen 10 jaar nog steeds aan het roer staan van deze gigantische groep?
Koen Oosterlick: “Dat weet ik niet. Ik hoop de komende 10 jaar vooral verder mijn steentje bij te kunnen dragen in interactie met mensen, samenwerken, evolueren, zoals ik mijn hele leven ook al deed. Ik kijk meer vooruit dan achteruit doch leef wel vooral in het nu, dus grote persoonlijke ambities heb ik niet echt. Mensen zichzelf laten zijn en zo een bijdrage kunnen leveren: daar focus ik me op. De prestatiedruk is al hoog genoeg en we moeten proberen die druk niet nog hoger te leggen.”
Raf De Rycke: “Bij mij staan er al wat extra jaren op de teller. En hoe meer jaren er op de teller staan, hoe beter het lukt om prioriteiten te stellen. Ik wil sowieso proberen om mijn kennis en expertise door te geven. Ondanks de reeds bereikte leeftijd blijf ik denken aan de toekomst én aan de toekomst na mij. Je kan de groep Broeders van Liefde vergelijken met een vloot. Vandaag is weinig nog origineel aan deze vloot. Toch blijft het nog de vloot van de Broeders van Liefde en zal deze verder varen weliswaar in andere contexten, met andere medewerkers, met nieuwe doelgroepen… Niet de grootste organisaties overleven, wel deze die zich het gemakkelijkst aanpassen. Als er hoop is in de toekomst, dan is er kracht in het heden. En ondertussen blijf ik de grootste schoonheid en geluk vinden in de kleine dingen van het leven. Ook dat is belangrijk en is iets wat ik nog meer heb geleerd door de coronacrisis.”
Lees hier meer over hoe wij naar de toekomst van zorg, onderwijs en sociale economie kijken.