“Ik hou er niet van als mensen het blind zijn willen invullen in mijn plaats”
“Ik sta met mijn hart tussen de leerlingen, al moet ik met mijn verstand soms boven hen staan”
Het sneeuwt voor het eerst dit jaar wanneer we naar Brussel trekken om een muziekles van leerkracht Geert Maeckelbergh bij te wonen. Geert is blind sinds zijn geboorte. Het schoolgebouw kent hij echter als zijn broekzak. Fijne vlokjes dwarrelen naar beneden op het moment dat Geert ons via de speelplaats naar zijn leslokaal leidt. Geert ontvangt in de muziekles van vandaag een klasje van 7 leerlingen uit het 3e middelbaar, allen met autisme. “Ik wil hen vooral laten ontspannen in het uurtje muziek dat er per week op het programma staat. Muziek brengt welkome rust in overprikkelde hoofden.”
- Geert (45) is leerkracht muziek, Frans en PAV (project algemene vakken) in het BuSO KI Woluwe in Sint-Lambrechts-Woluwe.
- Hij heeft een visuele beperking.
- Geert heeft het record ‘het langst aan 1 stuk door muziek spelen’ op zijn naam staan, namelijk 11 uur en 18 minuten
"Niet elke les hoeft perfect te zijn. Als je pannenkoeken bakt, zit er ook af en toe eentje tussen die aangebrand is"
Geert begint elke les met een luistermoment. Hij maakt op voorhand een selectie van enkele nummers waarover hij een verhaal wil vertellen. “Het helpt de leerlingen om hun gedachten te verzetten en zorgt voor kalmte bij het begin van de les.” Vaak is dat muziek die zijn leerlingen nog niet kennen, omdat ze er te jong voor zijn of omdat het buiten hun interessesfeer ligt. We maken onder andere kennis met de hit ‘First Time’
van Robin Beck uit 1989. De zangeres werd in één klap beroemd door de Coca Cola-reclamespot waarvoor ze het nummer initieel schreef. “Zoek het na de les maar eens op YouTube”, spoort Geert de leerlingen aan. “Ik wil maar zeggen dat je leven soms een heel onverwachte wending kan nemen als iemand je talent oppikt.”
Positieve noot
Vandaag spelen de leerlingen ‘Man on the Moon’ van R.E.M., een nummer waar ze verleden week mee gestart zijn. Geert legt bevlogen uit welke akkoorden er moeten worden aangeslagen op de keyboards en de basgitaar en hij heeft meteen ook enkele instructies voor de ritmesectie klaar. Zelf is hij als pianist de leider van het samenspel. “Ik luister naar elk instrument en laat hen desnoods 10 keer opnieuw beginnen om alles onder de knie te krijgen. Die structuur en standvastigheid hebben de leerlingen nodig. Een sessie zou anders al snel uitmonden in chaos. Als er iemand niet mee is, besteed ik er extra aandacht aan zodat die leerling op het einde van de les ook met een ontspannen gevoel naar buiten gaat. De muziekles dient om een halfuurtje aan niets te denken. Ze hoeven niet te piekeren over iets wat minder lukte. Ik eindig elke les met een positieve noot en benadruk dat ze het goed hebben gedaan.”
Braaf zijn en luisteren
“Ik geef sinds 2001 les aan het Koninklijk Instituut Woluwe. Het contact met de andere leerkrachten is zeer goed; sommige zijn zelfs hechte vrienden geworden.” Zelf liep Geert er ook enkele jaren school, toen
het nog uitsluitend een school voor jongeren met een visuele en auditieve beperking was. De laatste twee jaren van zijn middelbare schoolcarrière rondde hij af in het gewoon onderwijs. Erna studeerde hij aan het conservatorium in Brussel. “Ik wou nooit leraar worden. Mijn droom was om voltijds beroepsmuzikant te worden én me in te zetten voor een blindenschool in Afrika. Dat laatste stuitte op veel praktische bezwaren. In dezelfde periode kreeg ik plots het aanbod om op deze school te komen werken, op een moment dat ik me nog niet rijp genoeg voelde om voor een klas te staan. Ik wou absoluut niet tegen leerlingen zeggen dat ze braaf moesten zijn en luisteren. Maar omdat ik wel met muziek kon bezig zijn, heb ik het een kans gegeven. En nu ben ik er nog!”
Hart versus hoofd
“Voor de klas staan, is doorheen de jaren veranderd. In het jaar dat ik startte, begon men net met het allereerste autismeklasje, 1u per week. Elk jaar kwam er een klasje bij. Ook worden de problemen waarmee de leerlingen kampen telkens complexer. Sommige leerlingen hebben naast de diagnose van autisme ook ADHD, hechtingsmoeilijkheden, gedragsproblemen of komen uit problematische thuissituaties. Er komt meer en meer opvoeding bij kijken. Als leraar bewaar je natuurlijk afstand, maar voor sommige leerlingen kan ik iets veiligs en vaderlijks uitstralen. Bovenal verkies ik dialoog met ‘mijn kinderen’ ¬zoals ik ze vaak noem - , maar soms ontstaat er een conflict dat ik niet zelf kan oplossen. Als een leerling echt de anderen stoort, roep ik er iemand van de leerlingenbegeleiding bij, die de leerling even uit de klas haalt. Ik wil niet blind zijn voor de problemen die zij ervaren. Als ze onrustig zijn, kijk ik eerst of ik er op dat moment zelf iets aan kan doen. Ik sta met mijn hart tussen hen, al moet ik met mijn verstand soms boven hen staan.”
"Ik eindig altijd met een positieve noot en benadruk dat mijn leerlingen het goed hebben gedaan"
TOVENAAR
“Ik zeg altijd tegen mijn leerlingen dat ik autisme een meerwaarde vind voor deze wereld. Ze beschikken bijvoorbeeld over een heel groot rechtvaardigheidsgevoel. Ook kan ik hun eerlijkheid en puurheid enorm appreciëren. Ze weten dat ze zichzelf mogen zijn, waardoor ik vaak een goede band krijg met hen. Het helpt ook dat ik zelf een beperking heb. Voor hen ben ik soms een soort tovenaar omdat ik het weet wanneer
ze hun jas nog niet hebben uitgedaan of dat ze rechtstaan in plaats van te zitten. Na hun afstuderen, sturen ze me soms een vriendschapsverzoek op Facebook. Sommigen worden ook effectief muzikant, en hoewel dat leuk is om te vernemen, verwacht ik het zeker niet van hen. Mijn dag is goed als ik me ten volle heb gegeven om hen iets bij te brengen en ze hier met een positief, ontspannen gevoel naar buiten kunnen gaan. Muziek is voor jongeren met autisme immers vaak lawaai en een bron van ergernis. Door er orde in te scheppen, maak ik het opnieuw aangenaam. Niet elke les hoeft perfect te zijn. Als je pannenkoeken
bakt, zijn ze ook niet altijd even lekker, af en toe zit er eentje tussen die aangebrand is.”
ONDER NUL
“Ik vind het jammer dat er nog steeds misvattingen over blinde mensen bestaan. Ik hou er niet van als mensen het blind zijn willen invullen in mijn plaats. Mensen vinden het moeilijk om te begrijpen dat je ondanks een beperking toch van het leven kan genieten, of gaan ervan uit dat ik niet werk. Ik ervaar dat mensen die blind of doof zijn nog te vaak als mindervalide beschouwd worden. Daar kan ik erg droevig over zijn. Alsof we, omdat we één zintuig missen, niet zouden kunnen denken en problemen oplossen. De maatschappij bepaalt voor ons hoe onze beperking eruit ziet, we moeten vaak onder nul beginnen.”
HARDE SCHIJF
“Elke ochtend sta ik om kwart na 6 op om op tijd op school te geraken. “Daarvoor wandel ik een kwartier naar het station en neem vervolgens de trein, de metro en de bus. Ik heb nooit een ochtendhumeur. Overal zijn er wel mensen die aanbieden om te helpen en daardoor heb ik verschillende aangename gesprekjes op een dag. Het is fijn als mensen me helpen, want alles alleen doen, vergt veel concentratie. Soms voelt mijn hoofd aan als een harde schijf van een computer waar gigantisch veel data in opgeslagen zijn. Duizenden liedjes, alle stemmen van de mensen die ik ontmoet, de route die ik moet onthouden om naar school te komen…”