Emoties verdringen is nooit goed. Ooit komt alles toch naar boven
"Voor sommigen zijn we de redding"
Kristel en Jelle waren jarenlang GON-begeleider (Geïntegreerd ONderwijs, nvdr.) maar hun job is sinds het M-decreet afgeschaft. Nu werken ze als ‘ondersteuners’. “Vroeger werkte ik op 5 of 6 verschillende scholen. Ik moest dus constant pendelen”, zegt Kristel. “Nu werk ik op 1vaste campus. Het voordeel is dat ik mij minder moet verplaatsen, maar het nadeel is dat ik vaak geen tijd heb om even op adem te komen. De ene leerling volgt de andere onmiddellijk op.”
- Kristel begon als leerkracht lager onderwijs. Voor ze netwerkondersteuner werd in THHI Tessenderlo, werkte ze 7 jaar als GON-begeleider in het secundair onderwijs. Ze heeft een zoon en een dochter. Om stoom af te laten, danst ze of zingt ze.
- Jelle werkt halftijds als preventieadviseur in de Secundaire Scholen Sint-Ferdinand in Lummen. Jelle heeft 3 dochters. Op vrije momenten vind je haar in de fitnesszaal, in de cinema of in de sofa met een goed boek.
Tranen met tuiten
De oorzaak van hun nieuwe job-invulling vinden we bij het M-decreet. Daarin staat dat elke jongere de kans moet krijgen om in het gewoon onderwijs les te volgen, ook als die autisme of een hechtingsproblematiek heeft, met gedrags- en emotionele stoornissen kampt of fysiek beperkt is. Het gevolg is dat er in het gewoon onderwijs een pak meer jongeren begeleiding nodig hebben. “In plaats van 7 jongeren begeleid ik er nu 16, of beter gezegd ‘volg’ ik er nu 16. De begeleiding is immers veel minder intensief en van kortere duur. Bedoeling is vooral dat we met onze expertise leerkrachten meer inzicht geven en hen helpen om als school autismevriendelijker te werken. De kennis mag dus niet langer alleen bij ons zitten. In één vaste school werken, is dan ook een groot voordeel. We kennen de leerkrachten beter en werken ook veel intenser samen. Maar het is wel realiteit dat sommige leerlingen altijd extra ondersteuning van ons nodig zullen hebben. Er is trouwens ook het emotionele. Die 16 jongeren hebben elk hun eigen problematiek.
16 van die verhalen meenemen naar huis, weegt voor mij persoonlijk heel wat zwaarder dan 7. Ooit begeleidde ik een leerling met autisme en schizofrenie. Het was zijn laatste jaar, zijn stage was prima, maar toch slaagde hij niet. Ik heb toen tranen met tuiten geweend.”, zegt Kristel. “Vroeger was er voor elke leerling wekelijks 2 uur tijd voorzien. 1 uurtje waarin we contact maakten met de ouders, stappenplannen opstelden, leerkrachten coachten en klasbezoeken deden. Tijdens het andere uur bereidden we met de leerling de week voor. Plannen, boekentas maken, toetsen inschrijven, dag- en weekstructuur verfijnen. Maar ook intensief praten over hun emoties: Wat is er fout gelopen? Hoe pak je het best een crisis of een conflict met medeleerlingen of leerkrachten aan? Hoe loopt de scheiding van je ouders? Voor leerlingen met autisme was het een houvast te weten dat ze mij elke week op hetzelfde moment zagen. Dat vast contact is er nu niet meer. Ik begeleid zelfs iemand van op afstand en stuur via de ouders en de titularis de stappenplannen en dagstructuur gewoon door zonder enig contact met de leerling. Zo’n begeleiding was vroeger ondenkbaar. Enerzijds is het heel positief dat we nu flexibeler kunnen begeleiden, maar anderzijds is het spijtig dat we de ouders minder zien. Vroeger deden we huisbezoeken, wat het vertrouwen ten goede kwam. Daarvoor is nu geen tijd meer. Het cruciale contact met de ouders is weg.”
Verbinding maken met de leerkrachten van de jongeren die we begeleiden is enorm belangrijk.
Slapende honden
“De overheid had de verandering beter moeten voorbereiden, meer middelen moeten inzetten en beter moeten nadenken over hoe ze de begeleiding zou structureren. Onze motivatie, inzet en enthousiasme om op een nieuwe manier te werken, blijft, ondanks de moeilijke start, heel groot. Maar een systeem dat alleen daarop gebouwd is, is niet duurzaam.”, zegt Jelle. Kristel knikt en vult aan. “Wij blijven er allebei voor gaan, dat is ons karakter en we doen onze job supergraag, maar evident is het op dit moment écht niet. Door de grote werklast, moeten we constant onze grenzen bewaken. Dat is niet simpel.”
“Het treft mij elke keer weer hoe snel leerlingen zich openstellen voor ons. Soms vertellen ze in onze eerste ontmoeting meteen hun levensverhaal, inclusief thuissituatie en emoties, terwijl de ouders in het intakegesprek aangaven dat hun kind veeleer zwijgzaam is.” , vertelt Kristel. “Sommige collega’s zeggen: wat brengen we bij die leerlingen niet allemaal naar boven? Maken we geen slapende honden wakker? Ik zeg: nee. Het is juist goed dat ze hun emoties leren verwoorden en dat ze de dingen waar ze mee zitten, kunnen uitdrukken. Verdringen is nooit goed. Ooit komt alles toch naar boven.”, vult Jelle aan.
De overheid had de verandering beter moeten voorbereiden, meer middelen inzetten en beter moeten nadenken over hoe ze de begeleiding zou structureren.
Kleine succesjes
Hoe gaat zo’n gesprek in zijn werk? “Wij leren leerlingen dat ze alleen zichzelf kunnen veranderen. We tonen hen hoe ze zich anders kunnen gedragen zodat situaties niet escaleren”, legt Jelle uit. “Het doel is dat ze met hun ratio hun emoties controleren. Sommige leerlingen hebben last met autoriteit, hebben duidelijkheid nodig, moeten weten waarom ze een opdracht moeten doen, kunnen moeilijk omgaan met deadlines of hebben extra structuur nodig. Als we de leerkracht kunnen uitleggen welke werkwijze aanslaat bij een bepaalde leerling, dan zijn beiden geholpen. Als ouders verbetering zien bij hun kind en merken dat hun zoon of dochter zich beter voelt en weer graag naar school vertrekt, dan zijn ze ontzettend dankbaar. Voor sommigen zijn we de redding.”
Ervaren leerkrachten jullie nooit als indringers, betweters of inspectie? “Neen. De scholen gewoon onderwijs zijn net heel dankbaar dat wij hen ondersteunen. Ze ontvangen ons met open armen. Wij zijn echt één van hen. Gelukkig, want verbinding maken met de leerkrachten van de jongeren die we begeleiden, is enorm belangrijk. We moeten ons écht tussen hen bewegen op school. Als zij ons kennen, vertrouwen ze ons en kunnen we dingen aanpakken.
Meestal neem ik wel een afwachtende houding aan. Ik ga niet zomaar op basis van een vaag verhaal van start. Er moet een concrete aanleiding zijn. Samen met de leerkracht en de leerling kan ik dan aan de slag om kleine succesjes te boeken en vooruitgang en verandering te creëren. Leerlingen en leerkrachten weten trouwens dat wij heus niets klikken bij hun directie als zij of hun leerling er zelf niet mee instemt. Het werkt zelfs omgekeerd. Soms vragen ze aan ons om iets aan te kaarten bij de directie omdat we een onafhankelijke positie hebben.”
Bij ons werken?
Je komt terecht in een psychiatrisch ziekenhuis, zorgvoorziening, school of project sociale economie en kan er groeien in een functie die bij je past. In al onze werkplekken staan de mensen voor wie we zorgen centraal of dat nu leerlingen, bewoners of patiënten zijn. We willen hen met zorg op maat in staat stellen een waardevol leven te leiden.
Waarom werken bij de Broeders van Liefde?
Redenen genoeg!