Ik denk dat onze nieuwe missie zo profetisch is, dat we niet weten wat we ons allemaal op de hals zullen halen
"We mogen onze stem meer laten horen en hoeven niet bang te zijn"
Broeder Veron is een vijftiger en één van de jongste Belgische broeders. Tussen 2006 en 2012 was hij ook al Belgische regionale overste en nu volgt hij broeder Luc Lemmens op. Hij is dus terug. Een paar spullen in het bureau heeft hij ondertussen herschikt, maar verder is hij nog altijd dezelfde. Lichtkrullend haar, eenvoudig gekleed, open en direct. ‘Welcome back!’ zeggen we en hij lacht. ‘Merci.’ Op de vraag hoe hij de voorbije 6 jaar evalueert, is het antwoord duidelijk. “De spanningen met broeder René Stockman en het generaal bestuur in Rome hebben heel veel overschaduwd. Zo erg zelfs dat het het hoofdthema werd van alle kapittels in juli 2018. Alle goede dingen die gerealiseerd werden, zijn een beetje ondergesneeuwd. Daardoor stond het in onze regio het voorbije jaar een beetje stil en behielpen we ons met goede wil. Nu kunnen we weer aan de slag. Het is belangrijk voor de Belgische broedergemeenschap dat er opnieuw een beleid gevoerd wordt.”
- Broeder Veron zette 40 jaar geleden zijn eerste stapjes bij Broeders van Liefde in Bloemenstad waar hij kampen voor mensen met een beperking organiseerde.
- Hij studeerde handelsregentaat en godsdienst.
- Hij was 4 jaar leerkracht economie en godsdienst in Sint-Laurens in Zelzate en Sint-Paulus in Gent en werkte jaren als directeur van Sint-Jozef BuSO (nu Styrka, secundair onderwijs @Waterkant). De laatste 12 jaar nam hij bestuursfuncties op.
- “De grootste uitdaging voor de medewerkers van Broeders van Liefde is authentiek te blijven”
Wat houdt dat precies in, ‘het beleid’ van de regionale raad?
“Om de 6 jaar zijn er kapittels, op niveau van het land, het continent en wereldwijd. Die kapittels moet je zien als evaluatieperiodes. Elke regio geeft aan wat ze belangrijk vindt om de komende 6 jaar uit te voeren en we evalueren samen wat er minder goed liep. Vervolgens doen we op basis van die informatie hetzelfde op Europees en ten slotte ook op wereldwijd niveau.”
Open minded
Wat zijn de uitdagingen voor de Belgische broeders?
“De broeders worden steeds ouder. Voor hun welzijn hebben we een goed financieel plan nodig. Op dat punt verschillen we heel erg van de Afrikaanse regio’s, waar de broeders nog zeer jong zijn. Bij ons ligt de klemtoon dus op de zorg voor onze broeders. Want laten we eerlijk zijn. De hamvraag voor onze regio is: hoe gaan we in alle schoonheid afronden? Het is immers haast ondenkbaar dat er zich plots nieuwe broeders zouden melden en we hier in België weer met een jonge congregatie zouden starten. We moeten realistisch zijn. De vragen die vandaag op tafel liggen, luiden: wat doen we met ons erfgoed, onze gedachten, onze waarden en drijfveren? Hoe zorgen we ervoor dat die niet verloren gaan? En hoe bezorgen we de nog levende broeders een waardige oude dag?”
Welke oplossingen zie je?
“Voor onze oudere broeders wordt nu al goed gezorgd, al kan het efficiënter. In de toekomst zullen we de broeders die zorgbehoevend zijn, bijvoorbeeld moeten samenbrengen op 1 site. Het rusthuis in Beernem wordt daarom binnenkort gesloten. Als broeders hebben we behoefte aan rusthuizen waar we toch in gemeenschap kunnen leven. Dat idee wijkt af van het klassieke rusthuis, waar je een kamer van 1 of hooguit 2 personen inneemt. Het is dus een beetje zoeken naar een goede vorm.”
Een moeilijker uitdaging wordt het doorgeven van jullie spirituele erfenis. Is dat überhaupt mogelijk?
“Vanuit de congregatie hebben we nog altijd behoorlijk wat mandaten in raden van bestuur en algemene vergaderingen van de vzw’s verbonden aan Broeders van Liefde. Als we die op een mooie wijze kunnen doorgeven aan leken, zodat er zorg voor gedragen wordt, en die mandaten ingevuld worden door mensen die eveneens vanuit die spiritualiteit leven, dan zijn we goed bezig. Zo kan onze spiritualiteit een stem blijven hebben op beleidsniveau en in de vele scholen en voorzieningen. Daar moeten we nu mee starten. Maar goed, het doet wel wat pijn om de spirituele erfenis te zien tanen. In België hebben we gelukkig een aantal stevige pijlers, zoals een groep van over de 100 aangesloten leden die een stuk jonger zijn en blijven toenemen. Het zijn leken, al dan niet gehuwd of met kinderen, maar zij kiezen ervoor om zich spiritueel nauw te verbinden aan de congregatie. Ten tweede zie ik een heel sterke organisatie, die ervoor gekozen heeft om de woorden ‘Broeders van Liefde’ verder te dragen in hun naam. Dat wijst er toch op dat men onze traditie wil verderzetten. We moeten nu nadenken hoe we dat structureel kunnen verankeren."
Hoe doen andere landen dat waar de broeders van liefde actief zijn?
"In Nederland is specifiek gekozen om volledig af te ronden. Het patrimonium wordt er bijvoorbeeld ook volledig uit handen gegeven. allemaal samen in Eindhoven en de laatste broeders wonen er nu allemaal samen in Eindhoven. In België is dat nog niet helemaal aan de orde. In de Angelsaksische landen zijn dan weer heel wat vertegenwoordigers die werk voor de Kerk doen. Ze organiseren er vormingen rond spiritualiteit en kloostergeschiedenis voor mensen die vervolgens in de bestuursorganen van de congregaties zetelen. Ze krijgen als het ware een bad over de spiritualiteit van de broeders, zonder dat ze daarom broeder moeten worden."
Wie zie je in België in dat bad stappen?
“Specifiek voor de Belgische regio denk ik aan medewerkers van Broeders van Liefde, maar ook aan externen. We sluiten niemand uit. Eerst werd er gedacht aan aangesloten leden (leken die lid geworden zijn van de congregatie, maar verder gewoon gehuwd zijn of kinderen hebben, nvdr.), maar zij zijn natuurlijk bij de congregatie gekomen omwille van de spirituele connectie, niet om zware verantwoordelijkheden op te nemen. We moeten dus ruimer denken. Open minded zoals we altijd geweest zijn. Mensen zoeken, aanspreken, inlichten, vormen. En dan zijn we vertrokken.”
Profetisch
Hoe zijn ze bij jou terecht gekomen voor deze rol?
"Dat gebeurt via een bevraging per brief waarin men advies uitbrengt voor de regionale overste en de regionale raadsleden. Het is de bedoeling dat die adviezen vervolgens gerespecteerd worden. Ik weet niet of het in mijn geval zo gelopen is, maar ik vermoed van wel. (lacht) Mijn sterke kanten? Ik ben iemand die vertrouwen wekt. Ik sta ook voor participatief leiderschap en collegialiteit. Ook ben ik diplomatisch en open."
Wat vind je van de nieuwe missie?
"De missie is een krachtig antwoord op de realiteit waar we met zijn allen voor staan. Ze daagt ons uit in een maatschappij die heel sterk verrechtst, verstart en op het individu gericht is. We kiezen steeds vaker voor zekerheid en veiligheid: huisje, tuintje, boompje, beestje in plaats van ons open te stellen voor alle dingen die op ons afkomen. Als je ziet hoe we op politiek vlak in een impasse geraken tussen Wallonië en Vlaanderen, hoe we als Vlamingen op rechtste partijen stemmen die eerder onverdraagzaam zijn, die zaken willen terugdraaien, die niet bereid zijn om met een open vizier naar de toekomst te kijken, die niet willen innoveren… Daartoe daagt onze missie ons uit. Ze roept op tot verbinding. Het leven is een wij-gebeuren: wij moeten zorgen voor elkaar, wij willen niemand uitsluiten, wij denken inclusief. Dat zijn de kernwoorden voor mij. Als we onze missie au sérieux nemen, staat er ons een immens werk te wachten om aan te tonen dat het anders kan. Ik denk dat onze missie zo profetisch is, dat we niet weten wat we ons allemaal op de hals zullen halen. Als we de missie effectief willen waarmaken, zullen we dus nieuwe wegen moeten zoeken en moeten innoveren. "
We zijn een multi-unit organisatie en dat moet ook het principe blijven: zoveel mogelijk doen op het niveau van de school of voorziening
Dat klinkt mooi, maar onze organisatie Broeders van Liefde staat eerder gekend als behoudsgezind in plaats van innovatief...
'Inderdaad. Wij zijn niet gekend voor onze innovatie, maar onze missie daagt ons wel uit om dat te blijven doen. In het onderwijs zijn we waarschijnlijk nog niet open genoeg voor mensen met een migratieachtergrond. Ook bij onze tewerkstelling blijft dat een werkpunt. We hebben dus zelf ook nog een weg af te leggen. Precies daarom vind ik de missie zo'n uitdaging. Het recente marktonderzoek over het imago van onze organisatie wees bovendien uit dat de Vlaming Broeders van Liefde ziet als betrouwbaar, mensgericht, ethisch. Maar ook als traditioneel en niet innovatief. Dat kan ik wel duiden. Onze naam is al 200 jaar onveranderd. Mensen die ons niet goed kennen, zien ons ook zo. 20 jaar geleden ervoer ik dat zelf in ons project in Knesselare. De jeugdrechter plaatste er jonge drugsverslaafden. Bij aankomst zeiden ze: 'Broeders van Liefde? Geef me maar een touw, dan hang ik me meteen op.' Maar ze bleven er vervolgens jarenlang. Dat merk ik heel vaak: eens mensen ons kennen, verandert hun beeld en verdwijnen hun vooroordelen.'
Ja, maar tegelijk waren onze eigen medewerkers erg streng voor de organisatie in datzelfde marktonderzoek. Ze zien 'Broeders van Liefde' ook als traditioneel en niet innovatief terwijl zij de organisatie toch kennen. Hoe verklaar je dat?
"Ik denk dat het te maken heeft met de grootte van de organisatie. Een kleine vzw start meestal heel idealistisch. Maar na een aantal jaar fuseren die kleintjes met anderen en worden ze groter. Dat heeft veel voordelen, maar ook nadelen. Medewerkers moeten zich aan procedures houden, er is schaalvergroting, administratieve overlast, minder inspraak en minder vrijheid. We moeten daarin echt een middenweg vinden. We zijn een multi-unit organisatie en dat moet ook het principe blijven: zoveel mogelijk doen op het niveau van de school of voorziening."
Broeders van Liefde is door zijn omvang een soort ‘middenveldorganisatie’. Samen met de koepels, zuilen en vakbonden komt dat middenveld steeds meer onder druk te staan. Waarom zijn die anno 2020 nog van belang?
"Het hele middenveld speelt in België een veel belangrijkere rol dan bijvoorbeeld in Nederland. De kracht ervan is dat elk van de middenveldorganisaties een aanzienlijke groep mensen vertegenwoordigt. Ze geeft een stem aan en komt op voor mensen die anders niet gehoord worden. We zijn als organisatie traditiegetrouw niet diegene die op het voorplan treedt om allerlei zaken aan te klagen. We houden ons low profile. Ik vind echter dat we onze stem meer mogen laten horen en niet bang hoeven te zijn. De uitdaging is dat we dat op een goede wijze doen. We moeten verbinden door een inclusieve boodschap te brengen, niet door te polariseren."
Bloemenstad
Hoe bent u broeder geworden?
“Ik kom uit een groot gezin met 8 kinderen. Ik ben de voorlaatste, ik heb 2 broers en 5 zussen. Mijn ouders kregen eerst 6 kinderen, bouwden een huisje en maakten er dan nog 2, want er was nog plaats. (lacht) Maar ik zag welke zorg zij droegen voor het gezin. Er was zoveel liefde en genegenheid dat ik van mening was dat ik de maatschappij iets moest teruggeven. Ik kon het niet houden voor mezelf. Dat is mijn roeping geweest. Als je dan net in het noviciaat terecht komt en je krijgt onmiddellijk de kans om te werken voor Bloemenstad (kampen voor mensen met een beperking van Broeders van Liefde, nvdr.), heb ik niet langer getwijfeld.”
Je bent een broeder. Dat is geen evidente levenskeuze. Heb je het soms zwaar gehad?
“Zeker, met de regelmaat van de klok zit je vast. Als broeder verhuizen we om de zoveel jaar. Als je dan in een gemeenschap terecht komt, waarin je geen aansluiting vindt, is het niet gemakkelijk. Soms word je ook geconfronteerd met een persoonlijke crisis: je beseft wat je allemaal mist, dat je geen relatie zal hebben, geen kinderen zal krijgen. En dat op het moment dat je vriendenkring de ene na de andere babyborrel organiseert. Maar de vraag in het leven is altijd weer hoe je met tegenslagen omgaat. Heel wat van mijn leeftijdsgenoten zijn vertrokken. Ik niet. Het belangrijkste was altijd weer om niets op te kroppen en erover te praten. Als jonge broeder heb ik bijvoorbeeld veel gehad aan broeder Luc Maes. Hij was altijd bereikbaar. Ik heb ook een goede vriendenkring waar ik terecht kan. Maar goed, het leven van een broeder is niet voor iedereen weggelegd. Dat besef ik heel goed. Het moet matchen en blijven matchen met wie je bent."
Heb je eigenlijk veel contact met familie en vrienden?
"Ja, hoor. De tijden zijn veranderd. Tegenwoordig mogen we al eens buiten komen en de communauteit verlaten. (lacht). Ik vind een sociaal netwerk heel belangrijk. Bij de ene is dat familie, bij een ander zijn het vrienden. Sommige periodes heb ik het gevoel dat ik te weinig naar mijn familie ga. Maar als het nodig is, dan ben ik er."
Er was zoveel liefde en genegenheid dat ik van mening was dat ik de maatschappij iets moest teruggeven
Ken je de context in Wallonië goed? Zijn er verschillen?
"Wallonië heeft naar mijn aanvoelen een minder strakke structuur. Ze zitten precies dichter bij de overheden en krijgen gemakkelijker iets gedaan. Dat is niet negatief bedoeld in de zin van ‘ons kent ons en we regelen wel iets.’ Het valt gewoon op dat ze iets gemakkelijker proefprojecten kunnen starten of middelen verkrijgen om bepaalde experimenten op poten te zetten. Misschien zijn ze wat zuiderser qua mentaliteit ? Er is een kader, maar daarbinnen kunnen ze gemakkelijker fluctueren. Toch iets om wat jaloers op te zijn soms. In Vlaanderen is alles strikter en gebonden aan allerhande procedures. Pas op, in Nederland, waar organisaties allerhande keurmerken moeten hebben, is het nóg een stuk erger dan in Vlaanderen. Ik voel ook aan de groep van Waalse Aangesloten Leden dat ze iets warmer zijn, terwijl wij wat zakelijker en beredeneerd leven. Die denkbeeldige grens is iets heel bijzonders."
Veronus
Vanwaar komt uw naam, Veron?
"Die heb ik te danken aan mijn grootmoeder. Haar jongste zoon had een gewrichtsziekte. In Lebbeek wordt de Heilige Veronus aanbeden. Ze is naar daar getrokken om een gunst te vragen opdat haar zoon zou genezen, met de belofte: ‘Als ik nog een zoon krijg, noem ik hem Veron’. Maar ze kreeg nog een dochter. Sinds dat moment begon ze te zagen bij al haar kinderen om 1 van de kleinkinderen Veron te noemen. Ik heb dus een nicht Véronique en een aantal neven met als tweede naam Veron, maar uiteindelijk is het dus echt gelukt. Ik weet het, het is een vrij unieke naam. Eigenlijk moest ik Lieven heten, maar kijk, het is iets exotischer geworden."
Hoe kijkt u naar uw eigen toekomst?
"Ik ben benoemd tot 2024, erna is het opnieuw afwachten. Om de 6 jaar een nieuwe job: dar heb ik ondertussen mee leren leven. Nu ik wat ouder ben (58), heb ik niet zoveel zin meer om ergens aan de andere kant van het land een taak op te nemen. Ook missionariswerk trok me nooit aan. Mijn sociale context is hier in het Gentse en ik vind het wel aangenaam om in dat vertrouwde milieu te blijven. In 2024 ben ik nog niet pensioengerechtigd. We zien wel wat er dan komt… Natuurlijk zal ik altijd 1 van de jongste broeders blijven, dus weet ik dat de zorg van mijn collega’s er zal bijkomen. Maar dat vind ik niet erg. Een vraag waar ik wel mee zit: wie gaat er voor ons, de jongere broeders, zorg dragen? Zullen we samen in een rusthuis zitten? Zullen we een gemeenschap kunnen vormen? Of zullen we elk een kamer in een rusthuis hebben? En wie gaat er dan de mantelzorg opnemen? Daar heb ik geen antwoord op, maar ik vertrouw erop dat het goed komt."
Werken bij ons?
Je komt terecht in een psychiatrisch ziekenhuis, zorgvoorziening, school of project sociale economie en kan er groeien in een functie die bij je past. In al onze werkplekken staan de mensen voor wie we zorgen centraal of dat nu leerlingen, bewoners of patiënten zijn. We willen hen met zorg op maat in staat stellen een waardevol leven te leiden.
Waarom werken bij de Broeders van Liefde?
Redenen genoeg!