Positieve succesjes, interactie met anderen, structuur, gezonde voeding: langzaamaan bouwen we alles weer op.
"Als mensen openstaan voor hulp, is dat al de helft van het werk"
“Ik werk ongeveer 7 jaar voor psychiatrisch centrum Sint-Amandus. Eerst ‘Wegwijs 1’, een afdeling voor mensen met een niet-aangeboren hersenletsel, daarna ‘De Oever’, een verslavingsafdeling voor volwassenen vanaf 18 jaar, al heb ik toch even getwijfeld alvorens te switchen. Het is geen gemakkelijke doelgroep en wat moest ik daar als pas afgestudeerde 23-jarige beginnen?
In De Oever verblijft een divers publiek. Verslaving is de hoofdproblematiek, maar gaat soms gepaard met bijvoorbeeld ADHD. “We zien voornamelijk relatief jonge mensen met een drugsverslaving. Sommige patiënten zijn gecolloqueerd, anderen zijn hier vrijwillig of worden naar de afdeling gestuurd na een verblijf in de gevangenis. Man, vrouw, oud, jong… Soms is het hun eerste opname, soms de 10de, want herval komt spijtig genoeg geregeld voor.”
- Tine is ergotherapeute op de verslavingsafdeling van psychiatrisch centrum Sint-Amandus in Beernem.
- Tine heeft twee kindjes. In haar vrije tijd badmintont ze en spreekt ze graag af met vrienden op café.
Als ik een patiënt zie afglijden, wil ik die door elkaar schudden en roepen: ‘Komaan, herpak je’. Ik weet dat ik niet teleurgesteld hoef te zijn, want het is hun leven, maar het valt me zwaar om dat los te laten.
Vrijheden
De Oever is een open afdeling, maar niet voor iedereen en niet altijd. “In het begin blijven de patiënten verplicht binnen. We maken goede afspraken. De deur is in principe nooit gesloten. Als ze geen last meer hebben van ontwenning en zich goed voelen, krijgen ze meer vrijheden. Ze mogen deelnemen aan therapieën buiten de afdeling, ze kunnen ’s middags naar het restaurant en in een latere fase brengen ze het weekend thuis door. Vanaf 16u30 mogen ze bezoek ontvangen van vrienden, familie en kinderen. Vroeger organiseerden we alle sportactiviteiten op de campus. Wie nu graag sport in clubverband, kan dat in de wijde omgeving van Beernem. De link met de buitenwereld maken is zeer belangrijk in het kader van de ‘vermaatschappelijking’.”
Kaarsen
Een zinvolle dagbesteding stimuleren, is een belangrijke taak voor een ergotherapeut. “Tijdens de creatieve ateliers die ik begeleid draait het voornamelijk rond handelen. Een kaars gieten lijkt heel simpel, maar is bijzonder zinvol. De patiënten maken iets waardevol en zijn er trots op. Ze leren bovendien focussen op een positief project in plaats van op hun verslaving. Een verslaving neemt je leven over. Dag en nacht ben je ermee bezig. Iemand die verslaafd is, sluit zich af van vrienden en familie. Hobby’s en werk schieten er vaak bij in. Positieve succesjes, interactie met anderen, structuur, gezonde voeding: langzaamaan bouwen we alles weer op. ”
Een kaars gieten lijkt heel simpel, maar is bijzonder zinvol. De patiënten leren bovendien focussen op een positief project in plaats van op hun verslaving.
Weerstand
“Als mensen voor het eerst naar een atelier komen, zeggen ze vaak: ‘Knutselen doe ik niet graag’. Maar ik vind altijd wel iets om hun initiële weerstand te overwinnen. Vaak ben ik zelf bezig met een project, zoals een cadeautje voor mijn kinderen, wat sommige patiënten inspireert om hetzelfde te doen. Bij minder creatieve mensen kan het helpen om hen kleine, afgelijnde taken te laten uitvoeren. Anderen zijn er dan weer meteen mee weg.” De ateliers zijn niet enkel een manier om de dag nuttig in te vullen, maar bieden ook structuur. “Ze moeten op tijd in het atelier zijn en ik verwacht dat ze zich een uur kunnen concentreren”, legt ze uit. “Dat betekent dus niet om de 5 minuten een sigaret staan roken. Ik gedraag me niet zo strikt als een werkgever, maar net zoals op de werkvloer gelden hier wel een aantal afspraken. We zijn beleefd, respectvol en collegiaal. Kleine dingen die voor iemand met een verslaving een drempel kunnen vormen.”
Netwerk
Het doel van een opname is natuurlijk dat mensen van hun verslaving af zijn, maar wanneer zijn ze klaar om het ziekenhuis te verlaten? Hoe volgen ze in De Oever patiënten van opname tot ontslag? “We werken met verschillende therapiegroepen. Patiënten die net zijn opgenomen, worden gedurende een tweetal weken geobserveerd. Per dag volgen ze 2 uur therapie en sporten ze een uurtje. Daarna wordt er besproken of ze naar de A of B-groep kunnen gaan. In de A groep zitten meestal iets jongere drugsverslaafden. Voor hen leggen we de lat hoog. We geloven dat ze na niet te lange tijd terug naar huis, aan het werk of naar hun kinderen kunnen. Het is de groep die meestal nog een uitgebreid netwerk aan vrienden en familie heeft
om op terug te vallen. In de B-groep ligt het tempo iets lager. Deze patiënten zijn al 1 of meerdere keren hervallen en zijn iets ouder, maar wel nog actief. Voor hen zoeken we een zinvolle dagbesteding of vrijwilligerswerk. Echte arbeid zal voor sommigen niet meer mogelijk zijn. En dan hebben we nog een 'restgroep' van patiënten met een individueel programma.”
CRAVING
Tine geeft toe dat ze soms twijfelt. “Al te vaak zie ik verstandige mensen voor me die perfect functioneren zodra ze hun ‘craving’ (oncontroleerbare drang om te gebruiken, nvdr.) overwinnen. Ik denk soms: ‘Wat kan ik je nu aanbieden?’ De meeste patiënten zijn echter heel dankbaar dat we ze willen helpen. Ze hebben al tegen zoveel muren opgebokst. Bij zij die gedwongen zijn opgenomen, ligt het anders. Ze moeten een klik maken. Soms lukt dat niet. Voor wie zelf niet wil werken aan zijn of haar verslaving, wordt het natuurlijk heel moeilijk. Ze zeggen dan: ‘ik zie hier het nut niet van in, ik zit mijn tijd te verdoen’. Als ik zie dat ze nooit komen opdagen voor de ateliers, blijf ik niet pushen. Ons kernteam beslist dan na overleg met het interdisciplinair team om op zoek te gaan naar een tijdsbesteding die wel werkt.”
VEILIGE GROEP
“Ik vind het meestal heel moeilijk om uit te leggen wat een ergotherapeut precies doet. Ik zie mezelf in een heel ondersteunende en coachende rol. Ik denk in het belang van het geheel. Tijdens de Hippotherapie (therapie met behulp van paarden, nvdr.) ga ik bijvoorbeeld ook mee om alles wat te kaderen, maar evengoed begeleid ik gespreksgroepen over onderwerpen die de patiënten zelf aanbrengen zoals ‘opnieuw gaan werken’ of ‘herval’. Belangrijk is dat druggebruik niet verheerlijkt wordt. Daarom mogen ze er onder elkaar niet over praten. In een veilige groep en met de juiste omkadering kan het wel.”
BOR
“Er zijn mensen die je sowieso nooit vergeet omdat ze zo een hobbelig parcours hebben afgelegd”, vertelt Tine. “Ze zitten in mijn hart. Soms denk ik ‘we zijn hem kwijt’, maar dan herpakken ze zich plots. Er zijn trouwens 34 bedden, en een bed op recept (of BOR) voor mensen die het even moeilijk hebben. Een familielid is bijvoorbeeld gestorven en ze hebben schrik om te hervallen. Omdat ze nood hebben aan bekende gezichten zoals die van de hulpverleners, vragen ze om preventief te worden opgenomen. Hier kan je je niet afsluiten. Bovendien is er gezond eten en is men veilig.
Het moeilijkste wordt het voor Tine wanneer ze merkt dat ze meer wil dan de patiënt. “Als ik een patiënt zie afglijden, wil ik die door elkaar schudden en roepen: ‘Komaan, herpak je’. Ik weet dat ik niet teleurgesteld hoef te zijn, want het is hun leven, maar het valt me dikwijls zwaar om dat los te laten. Gelukkig komen er ook heel vaak mensen op bezoek die het een jaar na hun ontslag ontzettend goed doen. Ze zijn 20 kilo bijgekomen, maar dat is na een ernstige verslaving meestal een goed teken. Weet je, eens de mensen hier zijn, wil dat zeggen dat ze openstaan voor hulp. En als ze openstaan voor hulp, is dat al de helft van het werk.