De patiënten leren vooral dat de training altijd doorgaat, weer of geen weer, ongeacht hoe ze zich op dat moment voelen
"Er is nooit een reden om niet te bewegen"
Beeleke Bredero is kinesiste en psychomotorisch therapeute (PMT). Mijn job bestaat erin om mensen zich bewust te laten worden van hun gedachten en emoties door middel van beweging en specifieke oefeningen in groepsverband.”
“In totaal zijn we met een team van 8 personen. Ik ben de enige variabele, de anderen behoren allemaal tot 1 bepaalde afdeling, terwijl ik patiënten uit alle afdelingen zie. De problematiek van de mensen die ik voor me krijg, varieert. Ernaast werk ik halftijds als kinesiste in het woonzorgcentrum waar ik mensen individueel begeleid en af en toe groepstherapie beweging geef. Verder begeleid ik 1 uur sport per week tijdens de werkuren voor de collega’s. We kunnen ook elke dag vrij sporten. Tot slot geef ik individueel bewegingsadvies aan het personeel en aan patiënten. Vaak krijg ik vragen over gewichtsverlies, het verbeteren van de conditie of specifieke doelen die men wil behalen, zoals de ‘Antwerp 10 Miles’.
- Beeleke Bredero is kinesiste en bewegingstherapeute bij de Zorggroep Alexianen.
- Ze is afkomstig uit Rotterdam, maar trok op haar 18e naar Leuven.
- Ze liep al marathons in New York, Amsterdam en Spitsbergen en theater is haar passie.
Weer of geen weer
“Mensen die hier zijn opgenomen, krijgen tools aangereikt om hun vrije tijd nuttig te besteden na hun ontslag. Sport is daar een belangrijk onderdeel van. Start to Move is een wekelijks programma dat zwemmen, fietsen en lopen aanbiedt. Ik begeleid de loopactiviteit. De patiënten leren vooral dat de training altijd doorgaat, weer of geen weer, ongeacht hoe ze zich op dat moment voelen. Wanneer ze immers hun leven buiten het ziekenhuis hernemen, zullen ze geconfronteerd worden met moeilijke situaties en dan is doorzettingskracht essentieel. Verder organiseren we regelmatig spelletjesavonden met de andere afdelingen zodat iedereen een keer in contact komt met patiënten met een andere achtergrond. Eén keer per maand gaan we cultuurproeven. Denk maar aan een uitstap naar het theater. Voor mensen met een alcoholverslaving die voor de nul-optie gaan, (geen enkel glas alcohol is toegelaten) is dit een hele uitdaging. Ze kunnen getriggerd worden omdat er in de bar van het theater alcohol geserveerd wordt. Achteraf kunnen ze hun gedachten en gevoelens bespreken met hun begeleider.”
Ik wil er zijn voor mensen die het meeste nood hebben aan beweging.
Runner’s high
Beeleke neemt ons mee naar de grote sportzaal waar ze PMT-sessies van 45 tot 75 minuten organiseert voor de verschillende afdelingen. “Ik heb geleerd om te improviseren en de voorbereiding voor een groepssessie los te laten. Per afdeling zijn er natuurlijk bepaalde algemene doelstellingen. Voor mensen die lijden aan een depressie zie ik bewegen als een doel op zich. Zij beleven nauwelijks nog plezier aan het leven; door te bewegen komen er endorfines vrij en kunnen ze een zogenaamde ‘runner’s high’ beleven indien ze minimaal 20 minuten aan een stuk bewegen. Depressieve mensen zijn dikwijls verbaal sterk waardoor het schijnbaar goed met hen gaat, maar door ze te observeren, merk je hoe slecht ze zich in hun vel voelen. Beweging geeft onze patiënten een doel. Als ze 20 baantjes hebben kunnen zwemmen, is dat een succeservaring. Bij een teamsport leren ze dan weer omgaan met frustraties, met winst en verlies. Logischerwijs kan de klimmuur dienen om hoogtevrees aan te pakken, maar evengoed kan ze dienen om grenzen te verleggen of te leren om het vertrouwen bij anderen te leggen.”
Het spinnenweb
Beeleke hanteert specifieke bewegingsoefeningen om patiënten te leren omgaan met gevoelens die hen belemmeren. “Bij patiënten met een angststoornis draait het vaak puur om de sport op zich. Als we in groep minimaal 20 minuten aan een ,stuk kunnen sporten, nemen angstgevoelens af. Ook bedenk ik dikwijls een parcours om grenzen te verleggen. Ik zet bijvoorbeeld een dikke mat rechtop. Daar moeten de patiënten dan één voor één hard tegen aanlopen zodat de mat omver valt en ze als het ware even door de lucht vliegen. Dat geeft een boost. Ze hebben iets bereikt. We hebben een klimrek dat bestaat uit wiebelende touwladders en dat we ‘het spinnenweb’ noemen. Samenwerking is uiteraard belangrijk tijdens het klimmen maar het spinnenweb kan ook dienst doen als een oefening in nabijheid. Veel patiënten ondervinden moeite om iemand dichtbij te laten komen. Hier leren we ze om dat toe te laten. Maar het omgekeerde leren we evengoed. Grenzen leren afbakenen kan ook worden geoefend. Patiënten met een impulscontrole zoals bij verslavingen het geval is, laat ik badminton spelen met hun niet-voorkeurshand. Die 'handicap' leert hen automatische impulsen te beheersen en meer na te denken over wat ze doen. Patiënten met weinig zelfvertrouwen vraag ik om naar een muur te wandelen terwijl ze hun stappen tellen. Daarna doen ze de oefening opnieuw, maar zijn ze geblinddoekt. Mensen stoppen doorgaans veel te vroeg ook al tellen ze hetzelfde aantal stappen. Zo laat ik ze zien dat ze gerust wat meer vertrouwen mogen hebben in zichzelf. Een variant daarop is een
“Ik ben zelf heel enthousiast over beweging en wil mijn enthousiasme overbrengen op anderen. Ik wil er zijn voor mensen die net het meeste nood hebben aan beweging. Het sociale aspect van de job vind ik het allerbelangrijkste. Mijn dag is geslaagd als er een beweging opnieuw lukt bij kinesitherapie. Of als ik erin slaag om iemand die een PMT-sessie volgt en er absoluut geen zin in heeft, of zegt dat hij/zij het niet kan, er toch toe kan motiveren om een oefening te doen slagen. De PMT-sessies zijn vrijwillig, maar ik spreek patiënten dikwijls individueel aan: ‘Ik verwacht je’. Als iemand niet is komen opdagen, bel ik die persoon op en laat ik niet los. Ik moet er veel energie in stoppen, maar ik zie dat mijn aanpak loont. De meeste voldoening krijg ik wanneer ik merk dat er een zaadje is geplant in de hoofden van mensen. Zo is er een meneer die hervallen is in zijn verslaving en tijdens zijn eerste opname bij mij zwemles heeft gevolgd. Hij zei: ‘Het is niet fijn om je terug te zien, maar 3 jaar geleden heb je me geleerd hoe ik op een technisch juiste manier kan zwemmen en daar pluk ik nu nog altijd de vruchten van.’ Gewoon bewegen doet al zoveel, ook al zijn het maar kleine dingen: wat vaker de fiets nemen, de auto een straat verder parkeren, met de hond gaan wandelen. Beweging laat je toe om je onmiddellijk beter in je vel te voelen en dat geldt echt voor iedereen. Hoe slecht je er ook aan toe bent, je kan altijd bewegen.”